ouderwetse stadsmuur bestond, vereiste de inneming niet al te
veel omslag. De 2ie nemen de geallieerden de voorstad 'met de
degen in de hant' in bezit; de volgende dag worden de loopgraven
geopend; de 24e beginnen de inmiddels gereedgekomen batterijen
het vuur, en na twee dagen was er een bres van 18 passen breedte.
Om die reden wordt de chamade geslagen en des nachts de capitula
tie getekend. De bezetting, een regiment sterk, trekt met krijgseer
uit naar Galicië, doch onder belofte van in geen jaar tegen de bond
genoten te dienen. Behalve dit regiment waren er nog een 2000 man
landmilitie in de stad; deze werden, na ontwapend te zijn, zonder
meer naar huis gezonden. Van verliezen wordt geen melding ge
maakt; blijkbaar zijn zij om en bij nihil geweest1).
De Hollandse troepen ontvingen in deze tijd versterking van 1 joo
recruten, die met de brigadier Noyelles uit het vaderland waren
aangekomen. Hij wordt, naar een zijner bezittingen, meestal Falais
genoemd, en was een zoon van de generaal der infanterie. Deze
laatste bevond zich op de vloot die Barcelona ontzette, na door de
Staten-Generaal benoemd te zijn tot bevelhebber over de troepen
van de Republiek in Spanje. Hij verheugde zich, als man van aange
name omgangsvormen en grote kennis van krijgszaken, weldra zeer
in de gunst van Karel van Habsburg, aan wiens hof, of liever
hoofdkwartier hij veel invloed had.
Intussen was aan het hof te Lissabon het ontzet van Barcelona be
kend geworden, en thans kon ook Pedro ii zich moeilijk langer
tegen de mars op Madrid, die nu al twee jaar op het programma
stond, verzetten. De koning gaf nu het uitdrukkelijk bevel tot de zo
lang uitgestelde opmars. In het leger vernam men het ontzet eerst
1 Juni. De oorzaak dier vertraging was, dat het bericht door koeriers
overzee naar Lissabon werd gebracht, wijl alle berichten overland
door de Bourbonse partijgangers werden onderschept. Gedurende
de gehele veldtocht bleef zodoende het contact, en daardoor ook de
samenwerking, tussen de Westelijke en Oostelijke groep der ge
allieerden gebrekkig, en dit zou een van de voornaamste oorzaken
worden der uiteindelijke mislukking.
De 3 e Juni zette het leger zich in beweging in de richting van
Salamanca, en reeds de je werd het hier 'seer feestelijk ingehaalt'.
Waren de bondgenoten van hier op Valladolid gemarcheerd, dan zou
dit reeds de ontruiming van Madrid binnen zeer korte tijd ten ge
volge hebben gehad; bij krachtig doorstoten bestond zelfs kans op
afsnijding van alle Franse strijdkrachten van het moederland. Ber-
Friesheim a.d. St.Gl. 27, 29 Mei 1706 (St.Gl. 7026); Eur. Mere. 65; V. Rynevelt I, 202-204.
I49