wick vreesde hiervoor dan ook ten zeerste, doch een dergelijke Napoleontische handelwijze lag niet in het voornemen der gealli eerden. De verdere mars naar Madrid verliep zonder tegenspoed. Weer stand werd nergens geboden. Daarentegen kwamen afgevaardigden uit verschillende steden, als Penaranda en Avila, min of meer vrij willig hun onderwerping aan Karel iii aanbieden. Blijkbaar deden de gevolgen van het ontzet van Barcelona zich gevoelen. Enige tijd was het nog onzeker, of Berwick in het défilé van Guadarrama, waar de weg het gebergte van die naam kruist, zou stand houden, doch de Franse generaal besloot terecht, hiervan af te zienhij bepaalde zich in hoofdzaak tot maatregelen om de terugtocht op Burgos te verze keren, waar hij de aankomst van versterkingen uit Frankrijk wilde af wachten. Nadat de geallieerden de 23e Juni de genoemde pas waren over getrokken, legerden zij de 24e op drie mijl van Madrid, en de 2^e Juni trok een detachement cavalerie der voorhoede onder de graaf van Villa-Verde de hoofdstad binnen. Zonder verzet erkende het stadsbestuur de nieuwe souverein. Het leger, thans nog 29 bataljons en 42 eskadrons sterk, betrok een kamp ten Noorden van de stad, tussen Madrid en El Pardo, ten Oosten van de Manzanares. Philips van Anjou, die, zijn troepen vooruitgesneld zijnde, zeer tegen de raad van Berwick de 6e in Madrid was teruggekeerd, had, evenals zijn gemalin en de prinses van Orsini, tijdig de hoofdstad verlaten en het hof verplaatst naar Burgos. Berwick betrok voor lopig een versterkt kamp bij Sopretan, pl. min. 20 km ten N. van Guadalajara1). In Madrid was de stemming verdeeld, doch de meerderheid van het volk bleef op de hand van Philips van Anjou. Vele edelen trok ken zich op het land terug of namen een afwachtende houding aan. De bevelhebbers aan de Portugese grenzen riepen het landvolk te wapen en maakten aanstalten, in de rug van het geallieerde leger te ageren. De verbinding met Portugal was al spoedig verbroken. Voorts ontketende de geestelijkheid in het gehele land een hevige actie tegen de Habsburgers, waarbij o.a. het opzettelijk verspreide gerucht van de dood van Karel iii goede diensten bewees. Uit de aard der zaak was ook reeds de aanwezigheid van het bondgenoot- j) Friesheim a.d. St.Gl. 7, 22 Juni 1706 (St.Gl. 7026); id. aan Heinsius 7 Juni (Heins. arch. 1089); id. a.d. St.Gl. 25 en 27 Juni (St.Gl. 3918). Schonenberg a.d. St.Gl. Lissabon 18, 23 Juni 2, 6 Juli (St.Gl. 7026); Eur. Mere. 57-64; 'Feld- ziige' 472, 473; Berwick I-338; V. Rynevelt I, 205-208. Van het voor Barcelona opgebroken leger trokken 30 bat8 en 22 esk8 Noordelijk van de Pyreneeën naar Navarra, waar de eerste omstreeks half Juni aankwamen. IJO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 176