schappelijk leger, in het bijzonder van de gehate en weinig gedis
ciplineerde Portugezen, niet geschikt om de stemming te verbeteren.
Allerwege nam het volk de wapens op voor Philips van Anjou. Al
spoedig ontving Berwick de eerste versterkingen o.a. van las Tor
res uit het koninkrijk Valencia. Dit alles was oorzaak, dat de positie
der geallieerden weldra zienderogen ongunstiger werd.
Niettemin had alles zich misschien nog ten goede gekeerd, indien
Karel van Habsburg snel was opgerukt, zijn hoofdstad in bezit had
genomen, en zich met das Minas verenigd om gezamenlijk de
Fransen over de Pyreneeën te drijven, wat zeer zeker mogelijk was
geweest.
Bode na bode vertrok dan ook naar Catalonië, doch van Karel iii
vernam men weinig of niets, en van diens plannen evenmin, gevolg
van het feit dat de vijandige bevolking alle wegen bewaakte en de
koeriers oplichtte. Geruime tijd was men zelfs met des konings ver
blijfplaats onbekend. Berwick plaatste zich omstreeks 6 Juli aan de
Henares, bij Guadalajara. Terzelfder tijd verplaatsten de geallieerden
hun kamp iets meer Oostelijk, naar Alcala de Henares; vandaar de
16e naar Guadalajara. Eindelijk vernam men, dat Karel te Saragossa
was aangekomen, en dat Aragon zich voor Habsburg had verklaard
overigens bleef men in het onzekere. Berwick trok zich de 16e terug
op Jadraque, in afwachting van versterkingen over Atienza.
Tenslotte werd besloten, de koning althans zo ver mogelijk tege
moet te gaan; de 28e werd opgebroken, de 29e kwam men te Ja
draque, 100 km ten N.O. van Madrid. Hier vonden de geallieerden
tot hun verrassing een sterke vijandelijke macht tegenover zich.
Berwick had juist de 28e zijn laatste versterkingen ontvangen, en
stond thans met niet minder dan 49 bataljons en 78 eskadrons aan de
boven-Henares. Hoewel zijn bataljons gemiddeld nog geen 300 man
bedroegen bezat hij in ieder geval een belangrijke overmacht op het
reeds sterk geslonken leger der tegenpartij. Twee dagen stonden
beide partijen in slagorde aan weerszijden van de Henares, en be
schoten elkaar met artillerie.
De vrees, van Madrid te worden afgesneden, deed vervolgens de
geallieerden besluiten, des nachts met stille trom terug te trekken
naar Guadalajara; de ie Augustus kwamen zij hier aan. De volgende
dag sloeg ook Berwick zich hier, doch aan de overzijde der rivier,
neer, en voorlopig bleven de tegenstanders elkaar in het oog houden
in de wederzijdse posities.
De vrees der geallieerden was niet ongegrond geweest, want
reeds de 2e Augustus bezette een detachement onder Legal Alcala,
en twee dagen later trok een Franse cavalerieafdeling Madrid binnen.
1