bestaande in het forceren van de linies van Stolhofen, gevolgd door
een inval in Zuid-Duitsland, 'pour favoriser la diversion des
Hongrois'. In Hongarije immers hield Frans Racoczy nog steeds,
onder talloze moeilijkheden, de opstand gaande. De sedert jaren
slepende oorlog ging gepaard met voortdurende openlijke of onder
handse besprekingen over vrede. Ten dele waren zij ernstig ge
meend, ten dele hadden zij van Oostenrijkse kant ten doel, de ver
deeldheid onder de opstandelingen aan te wakkeren, terwijl zij van
de zijde van Racoczy een concessie betekenden aan de sterke
vredespartij die zich in het uitgeputte land ontwikkelde. De gezanten
van de Verenigde Nederlanden en Engeland trachtten zo goed
mogelijk te bemiddelen, doch hun aandrang, om door gedeeltelijk
toegeven aan de wensen der Hongaren tot een beëindiging der
vijandelijkheden te komen, was steeds afgestuit op de hardnekkige
tegenstand van het Weense hof. Tot belangrijke krijgsdaden was
geen der beide partijen in staat. De aanhoudende invallen van on
geregelde Hongaarse troepen in de Oostenrijkse erflanden waren
echter oorzaak, dat aanzienlijke krachten aan de beide andere
fronten, waar de Keizer krijg voerde, werden onttrokken. Frankrijk
had er dus alle belang bijdeze wondeplek in het Habsburgse staats
lichaam in stand te houden, en een inval over de Rijn was hiertoe het
geëigende middel.
In Italië kon van aanvallende handelingen geen sprake zijn; TessÈ
had dan ook slechts opdracht, de toegangen tot Provence en
Dauphiné te bewaken. De hierdoor vrij komende troepen konden
gedeeltelijk in Spanje worden ingezet, waar Orleans en Berwick
tot taak hadden, de verbondenen uit Aragon en Valencia te ver
drijven; de herovering van Catalonië zou daarna worden ingeleid
door een beleg van Lerida. Noailles had een overeenkomstige op
dracht als het jaar tevoren, n.l. bewaken van de grens der Pyreneeën
en zo mogelijk een diversie in de vorm van een inval in Catalonië.
In de Cevennes tenslotte had Roquelaure nog slechts een
politietaak te vervullen, die niettemin de nodige troepen
vereiste 1).
Tot de maatregelen, welke Vendome nam om de Noordgrens van
Frankrijk te dekken, behoorde het aanleggen van een reeks van ver
dedigingswerken, die, aangevuld door natuurlijke hindernissen,
tezamen een linie vormden van Namen tot Nieuwpoort, ter lengte
dus van ongeveer 170 km. Wij zagen reeds eerder, dat over de
linies van Brabant zeer verschillend werd geoordeeld. Het valt
Pelet VII-s vlg.
183