zozeer gedaald was, te herstellen. Reeds het feit, dat Vendome zijn linies had verlaten, werkte in dezelfde richting, evenals de kort tevoren ontvangen tijding van de slag bij Almansa. De 26e breekt het geallieerde leger van Hal op; na een zware mars van 2 g km in hitte en stof wordt een kamp betrokken even ten Zuiden van Soignies, tussen Naest en Neufvilles. Het doel van deze mars wordt verschillend opgegeven. Volgens Ouwerkerk was het 'om de vijanden te naederen, en soo het met apparentie van succes konde geschieden haer aen te tasten'volgens Geldermalsen 'pour prevenir les ennemis et pour tacher a les retenir par la dans leurs lignes', dus meer een krachtige demonstratie. Goslinga spreekt van een 'Mauvais plan de campagne' gevolg van onderschatting van de tegenpartij. Marlborough vleide zich, zo meent hij, met de hoop, Charleroi te kunnen belegeren, en was op Soignies gemarcheerd om de fourage in de omtrek van Charleroi te sparen. De juiste lezing zal wellicht tussen die van beide eerstge noemde in liggende tegenpartij intimideren en bij gunstige gelegen heid slag te leveren1). Goslinga deelt in zijn mémoires mede, dat des nachts, nog vóór de afmars, spionnen hadden bericht, dat de vijand bij het krieken van de dag zou opbreken; waarheen wisten zij blijkbaar niet te zeggen. In ieder geval, toen de bondgenoten laat op de dag, met veel achterblijvers en 'pas en trop bon ordre' in het kamp van Soignies aankwamen en verkenners uitzonden in de richting van 's vijands legerplaats, vond men deze verlaten. Het bleek, dat de vijand naar de kant van de Piéton was gemarcheerd; Marlborough althans be richtte nog dezelfde dag aan Harley, dat hij bij Trasegnies gekam peerd was. De volgende morgen om vier uur reed Marlborough met een sterk detachement ruiterij ter verkenning uit, en deze bracht meer klaarheid omtrent 's vijands opstelling. Inderdaad was Vendome gelijktijdig met de bondgenoten opgebroken, en na een moeizame mars, waarbij de Haine en twee maal de Piéton moest worden ge passeerd, had hij ten Oosten van de Piéton een kamp betrokken tussen Gosselies en Charleroi. Naar laatstgenoemde stad liet hij tevens de bagage wegzenden, wat de marsvaardigheid niet weinig ten goede kwam. x) Ouwerkerk a.d. St.Gl. 30 Mei 1707 (St.Gl. £016)Geldermalsen aan Heinsius 30 Mei (Heins. arch. 1172)Goslinga aan id., 30 Mei (Heins. arch 1118); V. Collen id. 30 Mei (Heins. arch. 1176). Zie Bijlagen 2g en 26. Over Marlborough's denkbeelden bij de opening van de veldtocht: diens brieven aan Eugenius, Sunderland en Harley van 16 Mei 1707 bij Murray III-366 vlg.aan Manchester 19 en 2$ Mei, aid. 371, 381. 191

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 217