kennis gegeven, dat de 'generale reflexien ende gronden' dezelfde
blijven als in de voorgaande resolutie vervat, en dat dus de Staten bij
deze resolutie 'alsnogh inhereren'. Zij lieten echter als voorheen
aan het goeddunken van Marlborough, de gedeputeerden en
generaals, de nodige 'mesures' te nemen 1).
In de kampen van Meldert en Gembloux bleven de tegenstanders
niet minder dan twee maanden vertoeven. Het wachten was op de
uitkomst van de expeditie naar Toulon of wel op een eventueel
detachement, dat Vendome's leger zou verzwakken, en intussen
verging de tijd, zoals Goslinga zegt 'a boire et a manger'
HET KAMP VAN MELDERT; MARS NAAR DE DENDER
In de twee maanden, welke de legers in de kampen van Meldert
en Gembloux doorbrachten, viel weinig belangrijks voor. De par
tijen waren nagenoeg aan elkaar gewaagd; beide lagen zij in posities,
die voor een rechtstreekse aanval te groot risico opleverden.
Bovendien waren Vendome de handen gebonden door het verbod
van de koning om een slag te wagen, terwijl wij zagen, dat ook de
tegenpartij er voordeel in zag, voorlopig te 'temporiseren'.
Vendome hoopte, dat de geallieerden zich zouden moeten ver
zwakken door detachementen, hetzij naar de Rijn, hetzij naar
Spanje; op beide oorlogstonelen toch ging het hun in deze dagen
slecht 2).
Marlborough's hoop was gevestigd op een Frans detachement
naar Provence, zodra de inneming van Toulon zulks noodzakelijk
zou maken. Overigens zag hij zich in zijn bewegingsvrijheid beperkt
door de verplichting, de grote, doch zwakke steden van Brabant te
dekken. Ook werden hierdoor troepen aan het veldleger onttrokken.
Zo werden, boven de reeds 26 Mei versterkte bezetting van Brussel,
de ie Juni, toen het kamp te Meldert werd betrokken, nog twee
bataljons en 800 paarden daarheen gezonden, en de 2e werden nog
acht bataljons gedetacheerd naar Hever, ten Zuiden van Leuven,
om ook deze stad tegen een aanslag te beveiligen 3).
HOOFDSTUK III
V. 't Hoff nrs. £18-519; Seer. Res. St.Gl. 1 en 4 Juni in St.Gl. 2352.
2) Bericht van het forceren van de linies van Stolhofen door Villars wordt 30 Mei ontvangen:
Murray III-383 V. 't Hoff nr. 517. Dat van de slag bij Almansa (2$ April) op 9 Mei: Murray 351.
3) Marlborough aan Wratislaw, Eugenius en Sinzendorf 6 Juni 1707, bij Murray III; 389-392 id. aan
Eugenius 23 Juni bij Murray III-43 2. Ouwerkerka.d. St.Gl. 2 Juni 1707 (liassen lopende St.Gl. 1707).
199