drietal memories, t. w. van Vendome, van de Staten van Rijssel en van de intendant De Bagnols, die in deze aan de zijde der ge noemde Staten stond. Voor de kennis van het Franse verdedigings systeem zijn zij niet zonder belang1). In het kamp van Helchin bleef het geallieerde leger ruim een maand, zonder dat over deze periode belangrijke gebeurtenissen zijn te vermelden. Marlborough begreep, dat hij thans zonder bezwaar enige dagen afwezig kon zijn, en benutte de tijd om te Den Haag de voorbereidingen voor de volgende veldtocht te be spreken. De 4e October begaf hij zich op weg; de 6e kwam hij in Den Haag aan, waar hij zonder verwijl de nodige conferenties hield met Heinsius en Slingelandt, en vervolgens met gedeputeerden uit de Staten-Generaal, waarschijnlijk de commissie voor militaire of die voor buitenlandse zaken of beide. De hier gehouden con ferenties dienden tevens om uitgangspunten te verkrijgen voor een volgende conferentie, welke de hertog zich voorstelde te houden met de keurvorst van Hannover en Wratislaw. Nauwelijks anderhalve dag vertoefde hij in Den Haag. In de namiddag van de 7e vertrokken, was hij, na veel vertraging wegens regen en slechte wegen te hebben ondervonden, de 10e in het kamp terug. Hij dacht hier slechts enige dagen te blijven tot het geven van de nodige orders voor het vertrek naar de winterkwartieren 2). Op de dag van Marlborough's terugkomst werden reeds de artillerie en de zware bagage naar Gent gezonden. De volgende dag werd het kamp opgebroken en marcheerde het leger naar Peteghem bij Oudenaardesterke bezettingen werden achtergelaten in Meenen en Kortrijk; andere kwamen in Oudenaarde, Ath en Oostende. De 12e October wordt de mars voortgezet tot bij Asper; de 13e gaat de infanterie bij Gavere, de ruiterij te Gent over de Schelde, waarna gekampeerd wordt bij Westeren en Ordeghem langs de straatweg Brussel-Gent. De 14e eindelijk, na een vijfdaagse mars bij 'quaet weer' en over ondoorwaadbare wegen, kwamen de troepen op de plaats van bestemming. Een kamp werd opgeslagen te Asselghem en Asch, de rechtervleugel bij Aelst, de linker bij Zeilick. De dag na aankomst ging Marlborough op reis naar Frankfort, waar hij de 21e aankwam. Hij hield hier de conferenties welke hij zich had voorgesteld met de keurvorsten van Hannover en Mainz, doch tot zijn teleurstelling was Wratislaw, die eveneens naar Frankfort zou komen, nog onderweg. Deze verscheen eerst de 27e, zodat Marlborough een vijftal dagen langer in Frankfort verwijlde Pelet VII si' De memories aid. p. 307, '09, 11. 2) Murray 608 vlg., 6i£. 2 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 238