ALGEMENE TOESTAND Maken wij, alvorens met de beschrijving der veldtochten van het jaar 1706 te beginnen, de balans op van hetgeen de vier afgelopen oorlogsjaren hebben opgeleverd, dan is de slotsom, dat de Grote Alliantie weliswaar belangrijke voordelen heeft te boeken, doch dat het doel, dat zij voor ogen had nog bij lange na niet was bereikt. De Fransen waren verdreven van de Neder- en Middenrijnmet Beieren was hun laatste Duitse bondgenoot van het toneel verdwe nen de Grote Alliantie daarentegen had haar aanhang met Portugal en Savoye zien toenemende inneming van Gibraltar en de slag bij Malaga hadden het overwicht der geallieerden ook in de Middelland se Zee gegrondvest, en een deel van Spanje was in opstand, ziedaar de voornaamste door de geallieerden behaalde voordelen. Dat deze echter tot een spoedige onderwerping van de tegenstander zouden leiden, leek nog weinig waarschijnlijk, en op alle operatietonelen stond de macht der Bourbons of, zoals men zeide, der Twee Kronen, nog stevig overeind. In Spanje was de opstand ver van algemeeneen groot deel van het volk stelde zich vastberaden achter de zaak van Philips van Anjou. De strijd droeg hier alle kenmerken van een burgeroorlog, en op het Iberisch schiereiland plegen dergelijke conflicten hardnekkig en van lange duur te zijn. In Noord-Italië was de overmacht tot nog toe be paald aan Franse zijde geweest; slechts dank zij het veldheerstalent van Eugenius bleef het evenwicht tot nog toe in stand. De opstand in Hongarije was eerder in kracht toe- dan afnemende, en bleef beslag leggen op een groot deel der Oostenrijkse strijd krachten en geldmiddelen. Aan de Bovenrijn waren, sedert Beieren was uitgevallen, voor geen van beide partijen beslissende uitkomsten te verwachten; de vele natuurlijke en kunstmatige hindernissen waren hiertegen een beletsel. Wat de Moezel aangaat, had de laatste veldtocht op overtuigende wijze aangetoond, dat de mening, dat hier de zwakke plek in de Franse wapenrusting lag, op een misvatting berustte. Wat de Nederlanden betreft, mocht het doorbreken van de linies bij Heylissem ongetwijfeld een succes worden genoemd, maar het gevolg was slechts, dat men voor een tweede stelling stond, volgens sommigen Slangenburg o.a. - nog sterker dan de eerste. Hield 3 HOOFDSTUK X

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 23