Marlborough, die met grote kracht tot een nieuwe en, kon het
zijn, beslissende operatie aandreef, onderkende uit de verte de zwak
ke punten in de situatie. Reeds in December zien wij hem in zijn
brieven aan aartshertog Karel, aan Liechtenstein, aan Stanhope,
aan lord Rivers, aan Noyelles, aandringen op de grootst mogelijke
eensgezindheid. Tevens drukt hij de betrokkenen op het hart', de
operatiën vroegtijdig te beginnen, in allen gevalle vóórdat de ver
sterkingen, die, naar hij wist, uit Frankrijk werden verwacht, zou
den kunnen aankomen. Uitdrukkelijk waarschuwt hij ook tegen een
eventuele verdeling der strijdkrachten. Uit Valencia ontvangen
brieven hadden hem reeds doen begrijpen 'qu'il y a quelque chose de
semblable sur le tapis'hij roept de hulp van Wratislaw in om aarts
hertog Karel, Liechtenstein en noyelles te bewegen, van derge
lijke noodlottige plannen af te zien1).
Aan de beraadslagingen over de veldtocht, welke in het voorjaar
te Valencia werden gehouden, nam ook Peterborough deel. Hij
was, gelijk men zich herinnert, in Augustus van het vorig jaar naar
Italië vertrokken, om aldaar geld voor de financiering van de oorlog
in Spanje op te nemen. Op het einde des jaars teruggekeerd, was hij
inmiddels van zijn commando ontheven. Dit was aan Galway over
gedragen, doch niettemin behield Peterborough zitting in de
krijgsraden.
Het was vooral de nieuwe gezant, lord Stanhope, die, krachtig
gesteund door Galway, en gehoor gevend aan de bevelen van Marl
borough, de mars naar Madrid bepleitte. Peterborough stond
een andere mening voor.
De beslissende slag, zo betoogde hij, zou in Zuid-Frankrijk worden
geslagen. Waren de bondgenoten hier overwinnend, d.w.z. ver
overden zij Toulon, dan zou de bezetting van Madrid zonder veel
moeite haar beslag krijgen. In een offensief in het voorjaar zag hij
grote gevaren. In elk geval ontried hij, vanuit het koninkrijk Valencia
naar Madrid op te rukken. In de schrale vlakten van La Mancha zou
men met de levensmiddelen en fourage de grootste moeite krijgen,
en een enigszins sterke vijandelijke cavalerie kon alleen reeds de
mars geheel doen mislukken. De overgang over de diep ingesneden
Taag kon zelfs door zwakke strijdkrachten worden belet, en een
eventuele nederlaag zou de ondergang van het leger na zich slepen 2)
Aartshertog Karel en Liechtenstein, evenals Noyelles, helden
in dit geval tot de zienswijze van Peterborough over; de krachtige
De brieven van Marlborough bij Murray III, 257-260, 294.
2) Lamberty IV, 572, '67, '77; Trevelyan, 'Ramillies' 296; 'Opinion du comte de Peterborow
dans le Conseil de Guerre, 4 Janvier 1706/07' (Heins. archief 2237), zie Bijlage 30.