echter voorlopig ter plaatse en bepaalde zich er toe, een detache ment van 2£oo man en 400 ruiters naar het 20 km Noordelijker gelegen plaatsje Ayora te zenden welks bevolking, de zijde der ge allieerden had gekozen en het sterke kasteel bezet hield. De be doeling was, de te maken krijgsgevangenen tegen die welke de ge allieerden te Villena zouden kunnen maken, uit te wisselen. Het kasteel van Ayora bleek echter evenmin als dat van Villena zonder zwaar geschut in te nemen. Kort na zijn aankomst te Almansa ver nam Berwick, dat het beleg van Villena was opgebroken. Hij be greep hieruit, dat de geallieerden hem tegemoet zouden trekken om slag te leveren. Ijlings ontbood hij het detachement terug uit Ayorain de morgen van de 2 ^e sloot het zich bij de hoofdmacht aan1). In het kamp der bondgenoten had men de 22e van twee over gelopen Franse officieren vernomen, dat de vijand beduidende ver sterkingen had ontvangen aan Franse troependes namiddags van de 23e kwam bericht dat hij op mars was in de richting van Almansa. Daarop werd krijgsraad gehouden; besloten werd, de 24e naar Caudete te marcheren en zo mogelijk een beslissing uit te lokken. Accepteerde de vijand de slag niet, dan wilde men 'poursuivre le grand dessein', dus naar Aragon trekken en zich met de troepen van Karel iii verenigen. Het beleg van Villena werd opgebroken en het geschut weggevoerdde pogingen om het kasteel te nemen hadden volgens een Engels berichtgever meer dan 100 doden gekost, behalve nog de gewonden 2). De 24e viel in de te Caudete gehouden krijgsraad het besluit, de vijand aan te vallenongetwijfeld een gewaagde stapwaar het bericht aangaande 's vijands overmacht nog door landlieden was bevestigd 3). Vroeg inde morgen van de 2^e April, de tweede Paasdag, begon de afmars in de richting van Almansa. Het leger marcheerde in drie colonnes; de bagage werd achtergelaten in een pas, waar zich een soort kasteel bevond, Torre de Henriquez geheten, 10 km ten Z.O. van Almansa. Reeds vroeg werd in slagorde gemarcheerd, wat Berwick I-391. Commandant van het detachement naar Ayora was de graaf De Pinto, die ver volgens op de Spaanse rechtervleugel streed. Hij bracht verslag uit van de overwinning aan koning Philips en stelde bovendien een uitvoerig, hoewel chauvinistisch gekleurd verslag van de veldtocht samen, dat opgenomen is in de 'Historia de Almansa'. Hierin bevindt zich ook de uit een Spaans geschiedwerk afkomstige slagorde van de beide legers. Die van het Franco-Spaanse vindt men met geringe afwijking ook bij Quincy, Dl. V; die van de geallieerden hebben wij nergens elders aan getroffen. Zie Bijlage 33. 2) Friesheim aan Schonenberg 23 April uit het kamp van Villena, met P.S. van 27 April uit Alcira, in St.Gl. 7370 (Portugal 1707), zie Bijlage 32. 3) Lislemarais aan Fagel, Valdemoro 1 Juni (R.v.St. 690); De la Corzana (Commandant van het garnizoen te Valencia) aan Schonenberg, Valencia 2 Mei 1707 (Vertaling van een extract in St.Gl. 737o). 222

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 248