Villeroy zich, zoals hij tot nog toe steeds had gedaan, systematisch
binnen zijn linies, dan bestond feitelijk geen reden om aan te nemen,
dat een nieuwe poging om een beslissing te forceren meer gevolg zou
hebben dan de reeds herhaaldelijk mislukte.
Zoals de toestand zich liet aanzien, bestond de grootste kans, dat
de strijd tussen de twee groeperingen in een uitputtingsoorlog zou
ontaarden, waarin die partij zich gewonnen zou moeten geven, die
het eerst aan het einde van hare personele en financiële hulpmiddelen
of, modern uitgedrukt, van haar oorlogspotentieel was. In dit op
zicht stonden Frankrijk en zijn Spaanse bondgenoot er zeer zeker het
ongunstigst voor. Vele tekenen wezen er op, dat de recrutering aan
Franse zijde met steeds groter moeilijkheden gepaard ging. De ge
dwongen inlijving - naar verluidde zelfs van galeislaven - moest op
den duur onvermijdelijk een daling van het gehalte der krijgsmacht
tengevolge hebben. Economisch had de afsluiting van de buiten
wereld fatale gevolgen. Het kon niet anders, of het stagneren van
een groot deel van de overzeese handel, gevolg van de heerschappij
ter zee van de geallieerden, sleepte een langzame doch gestadige uit
putting van Frankrijks financiën met zich. Na de slag bij Malaga was
de zeemacht der twee kronen ten enenmale in het defensief. Het
gros der vloot lag in Toulon; zij kon vandaar tijdelijk uitlopen, doch
was niet in staat, de heerschappij in de Middellandse zee aan de ge
allieerden te betwisten. In de Atlantische Oceaan en de Noordzee
bepaalden de Fransen zich tot een kaperoorlog waarin kleine doch
snelle eskaders meermalen succes hadden en aan de handels- en
vissersvloot der zeemogendheden niet onbelangrijke schade berok
kenden. Doch de ervaring van alle zeeoorlogen wijst uit, dat een der
gelijke guerilla de nadelen, verbonden aan het verlies der overzeese
verbindingen, niet kan vergoeden.
Handel en nijverheid kwijnden, doch niettemin moesten steeds
zwaardere lasten worden opgelegd. Te drukkender waren deze, om
dat zij slechts door een deel der natie werden gedragen. Leningen
moesten het ontbrekende aanvullende staatsschuld was aan het stij
gen van de 160 millioen livres, welke zij ten tijde van de dood van
Colbert bedroeg, naar de milliard, die zij in 171 zou bereiken.
Bij een rentevoet van 7 of °/0 kon het moeilijk anders, of reeds
de rente dezer schulden moest een groot deel der belastingop
brengst verslinden. Erbarmelijk was de toestand der plattelands
bevolking. Reeds lang vóór de oorlog was zij het slachtoffer van Col
berts politiek van lage graanprijzen. Van 1696 dagtekent een manus
cript van Vauban: 'Description géographique de l'Election de
Vézelay'Bij het lezen dezer statistische beschrijving waant men zich
4