de troep, wegens het steenachtige en ongelijke terrein, tamelijk vermoeide. Tussen xo en 11 uur kreeg men de vijand in zicht. Nadat ongeveer een uur rust was gehouden werd de mars voortgezet en stelling genomen op i a 2 km van de positie welke Berwick op het naderen der geallieerden reeds had doen innemen. Het gevechtsveld was een open en goed begaanbare vlakte, aan weerskanten overgaande in oplopend en enigszins heuvelachtig terrein. De enige hindernis van belang was een vrij diep ravijn op enige afstand vóór de rechtervleugel van het Spaans-Franse leger. Dit stond op de gewone wijze in slagorde op twee linies, de vleugels uitsluitend uit cavalerie en dragonders, het centrum uit infanterie bestaande, front makende naar het Zuiden. Het telde volgens de ordre de bataille 29 Franse en 22 Spaanse bataljons, 19 Franse en ^7 Spaanse eskadrons. Om de cavalerie gelijkelijk over de vleugels te verdelen was een deel der Spaanse eskadrons aan de Franse, die de linkervleugel uitmaakten, toegevoegd. In de infan- terielinies stonden de Spanjaarden rechts, de Fransen links; alleen de Franse brigade Du Maine stond op de rechtervleugel der tweede linie. Kort voor de slag heeft Berwick enige ruiterij van zijn linker- naar de rechtervleugel verplaatst, met name het regiment dragonders van de Ierse kolonel Daniel Mahony. Mogelijk hebben deze troepen aanvankelijk in reserve gestaan, en laat het zich hierdoor verklaren dat volgens enkele geallieerde berichten 's vijands rechter vleugel op drie linies stond. Ook zeggen deze dat de vijandelijke eskadrons op drie- de geallieerde op slechts twee gelederen stonden, wat, gezien het op de overtocht geleden verlies aan paarden, niet onverklaarbaar is. Volgens een deelnemer aan de slag, de Engelse kapitein Hawley, had Berwick nog andere wijzigingen in de slagorde aangebracht, in deze zin dat de Franse en Ierse troepen (de zegsman bedoelt blijkbaar: van de infanterie) tegenover de Engelsen en Hollanders kwamen te staan, en de Spaanse tegenover de Portugezen, een maat regel die ongetwijfeld voor de hand lag, daar de Spaanse infanterie, voor een groot deel uit nieuwe troepen en gepreste recruten be staande, aan gevechtswaarde veel te wensen overliet; anders dan de ruiterijdie zeer goed was en over uitstekend paardenmateriaal moet hebben beschikt. Het blijkt echter niet met zekerheid, waaruit de verwisseling heeft bestaan; het waarschijnlijkst komt ons voor, dat de brigade Orleans, die op de linkervleugel der tweede linie stond, in de eerste linie naast die van La Couronne heeft plaats genomen, en een der Spaanse brigades, n.l. de derde van rechts, naar de tweede 223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 251