linie is verplaatst. Uit de beschrijving toch blijkt dat de twee het meest rechts staande Spaanse brigades (die der Gardes en die van Castilla) hun plaats hebben behouden1). Het geallieerde leger telde volgens de ordre de bataille aan in fanterie 19 Portugese, 7 Nederlandse en 19 Britse bataljons, aan beredenen 39 Portugese, 6 Nederlandse en 12 Britse eskadrons. De Nederlandse bataljons bestonden, behalve die van Welderen en Keppelfox, geheel of grotendeels uit Hugenoten, en naar het schijnt was dit ook het geval met de cavalerie van Drimborn en de dragon ders van Mattha de compagniescommandanten dezer regimenten dragen althans alle Franse namen. Ook bij de Engelsen bevonden zich enige Hugenootse regimentendie van Sybourg en Nassau worden als zodanig genoemd. Het grote contingent Hugenoten is ten dele te verklaren doordat de laatst aangekomen troepen aanvankelijk voor de landing aan de Charente waren bestemd geweest. In het kamp der tegenpartij vond men aan vreemde troepen een aantal Ieren, o.a. in het regiment van Berwick in de brigade Du Maine, en in de garde brigade treffen wij drie bataljons Waalse gardes aan. Het waren dus strijders van zeven nationaliteiten die in de vlakte van Almansa om de troon van Madrid zouden gaan kampen. Bij de geallieerden waren, om de cavalerie gelijkelijk te verdelen, 11 Portugese eskadrons op de linkervleugel in tweede linie geplaatst, en om de minderheid aan beredenen te vergoeden, regimenten Engelse infanterie tussen de ruiterafdelingen geposteerd. Galway's opzet was, het zwaartepunt van de aanval op de eigen linkervleugel en het centrum te leggen. Ten einde, ondanks 's vijands overmacht, een gelijk front te kunnen vormen, liet hij de gehele of althans een deel der Portugese ruiterij der tweede linie zich in het verlengde der eerste opstellen; vandaar dat volgens Hawley de geallieerde linkervleugel slechts één linie vormde (tegen drie van de tegen partij) van Spaanse en Franse zijde wordt echter uitdrukkelijk van een tweede linie gesproken. Het streven, op gelijke hoogte met 's vijands vleugel te komen of zelfs deze te omvatten, bracht Galway er toe, bij de opmars snel naar links te marcheren, wat tengevolge had dat de slagorde bovenmatig werd gerekt en grote gapingen ont stonden tussen het centrum en de vleugels. Drimborn spreekt in De Franse infanteriebrigade La Sarre (ie linie, £e van rechts) werd tijdens de slag ingezet tot steun van de cavalerie der linkervleugel tegen de Portugese infanterie. Dit laat zich moeilijk ver klaren, tenzij zij in de tweede linie heeft gestaan, vooral omdat de links van haar staande brigade Orleans werd doorbroken. Dat de vijandelijke cavalerie op drie linies stond zeggen Hawley (Atkinson I.e. p. 157) en Drimborn (aan Noyelles, Alcira 30 April 1707, in St.Gl. 7370). Deze laatste brief is anoniem, doch kan blijkens de inhoud slechts van Drimborn afkomstig zijn. 224

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 252