sneuvelden er 19, en 8 werden gewond. Ten slotte werden, naar wij lezen door tussenkomst van een Frans generaal, nog 53 over levenden krijgsgevangen gemaakt; hierbij waren 9 officieren, waar van slechts drie zonder verwonding. Cavalier zelf was eveneens gewond doch wist bij het eigen leger terug te komen. De andere vijf bataljons, die met Dohna moesten capituleren, hebben blijkens de lijsten slechts matige verliezen aan doden en gewonden geleden. Uit deze lijsten, in verband met andere opgaven, mag men tevens opmaken dat de sterkte der Staatse regimenten niet veel meer dan omstreeks 3 $~o man heeft bedragen. Van de Staatse hoofdofficieren waren de kolonel Montese en de majoor d'Aulnix gewond; van de Engelsen waren vele kolonels gesneuveld, Galway en Tirawley gewond. Het minst van allen heeft blijkbaar de Portugese cavalerie der rechtervleugel geleden, die zich tijdig uit de voeten heeft gemaakt. Alleen Das Minas, wordt gezegd, heeft hier met zijn eskadron dapper gechargeerd; hijzelf werd gewond en zijn maitresse, die hem als amazone in de strijd vergezelde, liet het leven in het slaggewoelhet is Quincy, bij wie wij dit stukje romantiek opgetekend vinden. In het leger van Berwick werden de eigen verliezen geschat op i^oo a 2000 doden en gewonden; tot de doden behoorden de bri gadiers Sillery en Polastron, commandanten van de overhoop geworpen brigades Orleans en La Couronne1). In de strijd, die ongeveer twee uur met volle hevigheid had ge duurd, verloren de geallieerden, behalve hun gehele artillerie, over de honderd standaarden en vaandels, en een groot deel van hun bagage, die de vijand te Fuente la Higuera buit maakte, waarheen zij, na bij de opmars te zijn achtergelaten, was gedirigeerd. Er ontbrak dus weinig aan de volledigheid der Franco-Spaanse over winning al zijn ook de getallen, welke de overwinnaars geven van de verliezen hunner tegenpartij, veel te hoog. 1Een nauwkeurige opgaaf der verliezen vinden wij alleen van de Staatse cavalerie en dragonders* Drimborn verloor aan doden en vermisten 48 man (van de 248), Mattha en Schlippenbach 143 man van de 457, en 90 paarden van de 263. Deze lijsten in R.v.St. 670, Portugal. In de zelfde bundel een lijst van de Staatse krijgsgevangenen (totaal 1173), voor de officieren der infanterie nominatief met specificatie der gesneuvelden en gewonden (28 officieren gedood, waarvan 19 van Cavalier en S van Weideren; krijgsgevangen 131). Over de toestand na de slag: Friesheim aan de R.v.St., Tortosa 16 en 24 Mei (R.v.St. 670). Voorts: 'Liste des debris des regiments Hollandais avec les recrues enTortosa le 13 Novembre 1707' in St.Gl. 6812. De gesneuvelde Franse en Spaanse hoofd officieren bij Berwick I-39J; de Engelse in Eur. Mere. 286. Van de Engelse 19 bataljons waren er 14 'geruïneerd'. (Marlborough aan Heinsius 10 Januari 1708, bij V. 't Hoff nr. 493). 231

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 259