zij konden de spoedige inneming van Valencia niet voorkomen. Berwick besloot namelijk, met 37 bataljons en eskadrons over de Jucar te gaan en het rijk van Valencia aan de Westzijde binnen te vallen. Asfeld zou zich met 13 bataljons en 26 eskadrons naar de zijde van Jativa wenden. Na drie dagen op het slagveld te hebben vertoefd, ging Berwick de 2 8e op mars naar Alcala, waar hij de Jucar passeerde, en verscheen de 2e Mei voor Requena, een vrij sterke stad, die Valencia in het Westen dekte. Er lagen twee Spaanse bataljons in bezetting. De opeising ging gepaard met de bedreiging, dat bij inname het gehele garnizoen over de kling zou worden gejaagd, waarop de commandant, bierdoor geïntimideerd, zonder slag of stoot capituleerde. Over Bunol bereikte men de 8e Valencia, dat zich dadelijk onderwierp, evenals het omliggende land. Orleans verliet hier de 9e het leger, om zich naar Tudela te begeven. Hier verzamelde Legal omstreeks 10 000 man, voor namelijk Fransen, om van het Westen uit het offensief tegen Aragon en Catalonië te openen. Berwick zou vanuit Valencia naar de Ebro oprukken en met hem samenwerken; na het innemen van Saragossa zou men zich ge zamenlijk tegen Lerida wenden, voorlopig het hoofddoel der operatiën. Asfeld zou met zijn leger, thans tot 20 bataljons en 36 eskadrons versterkt, de steden in het rijk van Valencia, welke nog weerstand boden, n.l. behalve de reeds genoemde ook Denia, Ali cante en enkele kleinere, onderwerpen, en het land verder pacifi ceren. In de bergen schuilden n.l. allerwegen de Miquelets die, tezamen met enige uit de nederlaag ontkomen officieren en soldaten, nog heel wat last veroorzaakten. Het beleg van Jativa, waarmee Asfeld zijn operaties begon, is een van de merkwaardigste krijgsbedrijven uit de gehele oorlog. Wat hier vertoond werd, valt geheel buiten het kader van de toen malige, op vakkundige wijze gevoerde vestingoorlog. Er waren, zoals wij zeiden, ^oo Engelsen en 300 Hollanders in bezetting, en deze, tezamen met de burgerij, verdedigden zich op een wijze, die men slechts in een Spaanse burgeroorlog kan verwachten. Nadat de aanvallers meester waren van de bres moesten de er achter opge worpen retranchementen met geschut worden vernield. Vervolgens werd nog acht dagen in de stad gevochtenstraat voor straat en huis voor huis moest worden veroverd. De Engelse commandant, wiens naam niet genoemd wordt, wilde voor de burgerij capituleren, doch Asfeld eiste onvoorwaardelijke overgave. Ziende, dat hieraan niet te ontkomen was, trok de bezetting in het op een steile rots gelegen 233

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 261