stationair. Orleans en Berwick legerden te Candasnos met 28 bataljons en 66 eskadrons, later nog versterkt door 12 bataljons onder La Badie; ondertussen werd uit Frankrijk het geschut aan gevoerd voor het beleg van Lerida. Met zorg zagen de bondgenoten dat met het naderen van het hete jaargetij de Cinca begon te vallen, zodat zij reeds de 8 e op verscheidene plaatsen voor cavalerie door waadbaar was x). Voorlopig bepaalde Orleans zich tot het belegeren van Me- quinenza, een stad aan de samenloop van Ebro en Segre, aan de Westzijde van laatstgenoemde rivier. Men houdt het voor het oude Octogesa, dat reeds onder Caesar een belangrijke rol in de burger oorlog speelde 2). De 26e Juni bezetten twee brigades infanterie onder d'Arennes zonder tegenstand van betekenis de stad. Van meer belang was echter het op een formidabele rots gebouwde kasteel. Het in batterij brengen van het geschut 'a force de bras' op een steile hoogte ging met grote bezwaren gepaard. Cabeljauw, met 2£o Hollanders en 15*0 Portugezen en Spanjaarden, verdedigde zich wakkerQuincy althans zegt dat de aanvallers 120 doden en gewonden verloren. De geallieerden zonden een detachement naar La Granja, aan de Oostzijde der Segre, om te voorkomen, dat de vijand de rivier beneden de samenloop met de Cinca zou oversteken, in welk geval de Cinca- en de Segrelinie gelijktijdig zouden zijn gevallen 3). In de eerste dagen van Juli forceerde de vijand zonder veel tegen stand de overgang over de Cinca. Galway trok met de cavalerie terug naar de vlakte van Urgel, om deze vruchtbare streek, met het oog op het eventuele beleg van Lerida, zoveel doenlijk af te foura- geren. Het hoofdkwartier kwam te Torres de Segre, 12 km ten Z.W. van Lerida achter de Segre. Orleans, na met de hoofdmacht bij Fraga de Cinca te zijn overgegaan, vestigde het zijne bij Alcarraz aan de Westzijde der rivier. De 7e capituleerde het kasteel van Mequinenza, nadat de ^e het artillerievuur was begonnen. Cabel jauw kon geen andere voorwaarde bedingen dan krijgsgevangen schap, nadat de verdedigers op eervolle wijze door de bres waren uitgetrokken. De Hollanders (Quincy spreekt ook van Engelsen, waarvan onze stukken geen melding maken) werden naar de Franse grens gezonden, de Portugezen naar Castilië en de boeren, waarvan er blijkbaar ook in het kasteel waren, naar de galeien. Men vond stukken in het kasteel, en weinig munitie. Noyelles a.d. R.v.St., Gerona 4 Juni (R.v.St. 670); Friesheim a.d. R.v.St. 8 Juli (R.v.St. 671). 2) Bello Civ. 1-61-4 vlg. 3) St. Amand a.d. St.Gl., Lerida 29 Juni (St.Gl. 7160). 237

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 265