kanten worden ernstige verliezen geledenhet gelukt de aanvallers
echter ondanks alle inspanning niet, zich van de fel omstreden
werken meester te maken. Nadat de eerste aanval is afgeslagen volgt
later in de nacht nog een tweede, waarbij, onder het luiden der
stormklok, de gehele burgerij naar de wallen snelt. Ook deze aanval
wordt afgeslagen; de aanvallers zetten zich echter vast aan de voet
van de bresmisschien ook - want de berichten zijn dienaangaande
niet duidelijk op een deel van de wallen. Volgens de berichten
van Berwick en Quincy hadden de belegeraars thans vrije toegang
tot de stad, doch werd het wenselijk geacht, het in bezit nemen der
plaats tot de volgende dag uit te stellen. Bij gebreke van kennis
omtrent de juiste plaats der bressen en de toestand der werken
kunnen wij in deze moeilijk een oordeel vellen; een feit is echter
dat de wallen de volgende morgen door de verdedigers werden
verlaten en deze op hoger bevel in het kasteel terugtrokken1).
Van Rynevelt spreekt bij deze gelegenheid van een misverstand,
gerezen tussen Hessen-Darmstadt en de generaal Wills. Volgens
Berwick bestond dit in het volgende. Deze generaal, die met een
groot aantal troepen (Berwick spreekt zelfs van 'toute la garnison')
het werk had bezet tussen de stad en de Segre, vreesde, indien de
vijand in de stad of langs de achterliggende stadsmuur doordrong,
van het kasteel te worden afgesneden, zodat garnizoen en kasteel in
één klap in handen van de vijand zouden vallen. Hij kon de prins
van Darmstadt hiervan niet overtuigen, en ging toen op eigen gezag
met zijn onderhebbende troepen op het kasteel terug, waarop
Darmstadt wel gedwongen was met de rest te volgen2).
Deze overhaaste terugtocht had twee ernstige gevolgen. Ten
eerste werd verzuimd, een capitulatie voor de stad te sluiten, zodat
zij, toen de belegeraars haar de volgende dag in bezit namen, rech
tens mocht worden geplunderd. Dit geschiedde op hoger bevel zeer
ordelijk, gedurende een vastgestelde tijd, naar men zegt acht uren
en door twee man uit iedere 'chambrée', terwijl troepen geposteerd
stonden tegen een eventuele uitval uit het kasteel. Er werd rijke
buit gemaakt, zoals zich denken laat bij de vele goederen die uit
wijde omtrek binnen de stad in vermeende veiligheid waren ge
borgen. Ondanks het ordelijk verloop lieten volgens Quincy en
H 5
x) Over de bestorming van 12 October: V. Rynevelt I, 274, 27j; Quincy V, 433, 434; 'Feldzüge'
IX-277, 278 Berwick I, 411-413. De later in de nacht geleverde gevechten worden aan Franse zijde
beschreven als pogingen om de aanvallers uit hun eenmaal ingenomen posities te verdrijven;
V. Rynevelt daarentegen spreekt nadrukkelijk van een afgeslagen bestorming. Daar op twee bressen
werd gestormd, is mogelijk het resultaat in beide gevallen verschillend geweest. Opmerking ver
dient het grote aandeel dat hier, evenals bij Jativa en elders, de geestelijken aan de strijd namen.
2) Berwick I-412.