burgers zouden met behoud van lijf en goed in de stad mogen blijven de geestelijken, miquelets en boeren zouden mede vrij uittrekken, doch met een wit stokje. Dit laatste artikel werd volgens Quincy in die zin gewijzigd dat zij 'ter discretie' van de koning zouden blijven x). De 14e verlieten de dappere verdedigers met vliegende vaandels en slaande trom het kasteel. Van ongeveer 2300 man was hun aantal geslonken tot 700, volgens anderen 900 combattanten en een 600 zieken en gewonden. De doorgestane vermoeienis en ontbering tekenden de gezichten. Van de voet van de bres tot over de brug van de Segre stonden de tegenstanders op twee gelederen aange treden als een zwijgende hulde aan hun moed en volharding. De gouverneur reed aan het hoofd der colonne. Nadat hij de hertog van Orleans had gegroet en een eindweegs was doorgereden keerde hij terug, bleef de hertog ter zijde tot de laatste man was gepasseerd en voegde zich toen weer bij zijn manschappen. Zelden is een vesting met meer volharding verdedigd dan het kasteel van Lerida, doch ook de Franse opperbevelhebber komt lof toe wegens de onverzettelijkheid, waarmee hij talloze moeilijk heden, bezwaren en tegenwerking het hoofd heeft geboden om zijn gesteld doel te bereiken. Van de regering te Madrid genoot hij eerder tegen- dan mede werking; de veelvermogende prinses Orsini was hem slecht gezind. Om aan geld te komen had hij zelfs te Madrid zijn kostbaarheden moeten verpanden. Gelukkig ontving hij op het einde van het jaar het voorgeschoten bedrag, zijnde honderd duizend rijksdaalders, van koning Lodewijk terug, met de 10% rente 2). Betreffende de verliezen der belegeraars vinden wij alleen bij Van Rynevelt 3000 man opgegeven, een moeilijk te controleren getal. Als een kleine bijzonderheid zij ten slotte nog vermeld, dat Orleans van het veroverde geschut, hoewel dit meest 'lam en onbruikbaar' was geschoten, twee kanonnen ten geschenke gaf aan Hessen-Darmstadt, als een ridderlijk teken van waardering voor een moedig tegenstander. De verdedigers van Lerida kwamen de 16e in het leger, de 21e 3) De capitulatievoorwaarden bij V. Rynevelt I, Bijl. XXIII. Volgens 'Feldzüge' zouden Wills en de ietwat raadselachtige overste Vidders zich zeer laakbaar hebben gedragen door buiten Darmstadt om besprekingen met Orleans te beginnen. Terwijl Darmstadt opdracht had, de stad tot het uiterste te verdedigen, beriepen zij zich op een geheim bevel van Galway waarbij het behoud der troepen werd vooropgesteld. Wij vinden elders geen bevestiging van dit geval; het tekent echter wel de toestand der bevelvoering aan de zijde der geallieerden. Van het springen van een buskruitmagazijn, hetgeen de stoot tot het beëindigen van de tegenstand gegeven zou hebben volgens 'Feldzüge' p. 280 en Von Noorden III-289, maken V. Rynevelt noch de Franse schrijvers melding. 2) Aldus bij V. Rynevelt I-277. 2£0

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 280