door te zetten. Er kwam echter bij, dat in Mei een Spaans 'vliegend legertje' onder de hertog van Ossuna een inval deed in Alentejo, en de ten Oosten van de Guadiana gelegen stadjes Serpa en Moura bemachtigde, evenals de brug over genoemde stroom bij Olivenza. De uit Alentejo naar het rendez-vous op mars zijnde troepen werden dientengevolge naar de Guadiana teruggezonden. Intussen had Ossuna echter reeds zijn troepen in Andalusië in de zomerkwartieren gelegd De Bay deed met de zijne het zelfde in de streek van Badajoz1). Op aandringen evenwel van Portugese edelen, die grote land goederen in de streek van Serpa en Moura bezaten, kreeg Fron- teira, tegen zijn advies en dat van de krijgsraad in, bevel, Moura te hernemen. Met 14 Portugese en 4 Engelse bataljons en 1400 paarden ging hij op mars. Totaal gebrek aan artillerie en benodigd heden voor een beleg, alsmede de ten gevolge van de hitte 'gras- seerende' ziekten, welke reeds ernstige verliezen aan paarden hadden bezorgd, deden de onderneming, op nader dringend verzoek van de krijgsraad, tot het najaar uitstellen 2). Aan Franse zijde rijpte het plan, Ciudad Rodrigo te hernemen. In Juni ontving De Bay 10 bataljons versterking onder de markies De Brancas. Na het verstrijken van de zomermaanden sloeg De Bay 20 September met een korps van slechts $000 man, waarvan de helft geregelde troepen, en 1000 ruiters het beleg voor de stad. Er lagen regimenten, tezamen 2000 man, in bezetting, dus mocht men een krachtige tegenstand verwachten, te meer wijl de vesting goed van benodigdheden was voorzien. De 20e werden de loop graven geopend; de 22e enige dicht bij de stad gelegen kloosters ingenomen. De 4e October achtte men de bres voldoende voor een algemene bestorming. Na, gelijk van verschillende kanten bericht wordt, krachtige tegenstand drongen de aanvallers in de stad door. In de storm waren een 200 man omgekomen, de rest der bezetting werd krijgsgevangen 3). Een dag na de inneming brak De Bay reeds weer met zijn meeste troepen op, om Moura te ontzetten, dat de Portugezen inmiddels belegerden. Een Engels ingenieur had, naar men ons mededeelt, reeds gerapporteerd, dat de stad met de beschikbare troepen niet was in te nemen, en bij het naderen van het ontzet braken zij het beleg dan ook op. Beide partijen zochten enige tijd nadien de winterkwartieren op, waarmee de veldtocht voor dit jaar eindigde 4). Schonenberg a.d. St.Gl. 4 Mei, 1 en 10 Juli 1707 (St.Gl. 7370). 2) ld. 9, 16 Juli, s Aug. 1707. 3) ld. 26 Aug., 7 Oct.; V. Rynevelt I-2 87. 4) Schonenberg a.d. St.Gl. 24 October; onjuiste lezing bij V. Rynevelt p. 287, 288. 2£3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 283