van afwachten wat de vijand zal doen: 'qu'en soumettant nos
mouvements a ceux que M. Ie prince Eugène pourrait faire, ce
serait s'exposer a passer peut-être toute la campagne a être la dupe
de ses demonstrations'1).
Het duurde tot de 30e der maand, eer het gordijn, dat de plannen
van de gevreesde strijder had bedekt gehouden werd opgelicht. Die
dag vernamen Maximiliaan en Berwick, dat prins Eugenius zich
sedert de 22e te Koblenz bevond, dat de troepen van het kamp van
Kastellaun de 28e waren opgebroken en de weg naar Koblenz waren
ingeslagen, en dat bij Alken een brug over de Moezel werd geslagen.
Ontwijfelbaar wees een en ander op een mars naar de Nederlanden,
welk vermoeden nog bevestigd werd door de vandaar ontvangen
inlichting, dat Marlborough een extra contract had gesloten tot
aanschaffing van 200 broodwagens.
Inderdaad was 29 Juni de afmars naar Brabant begonnen. De
totale sterkte van het Moezelleger was toen 33 bataljons en 76
eskadrons, t.w.
Keizerlijke troepen 8 bataljons 36 eskadrons
Keurpaltsische troepen 12 bataljons 13- eskadrons
Keursaksische troepen 4 bataljons 9 eskadrons
Hessische troepen 9 bataljons 16 eskadrons
De totale betalingssterkte ('Sollstand') bedroeg 36 400 man. Aan
artillerie werden slechts 1 2 lichte stukken meegevoerd, n.l. 8 regi
mentsstukken van 3 pond en 4 'Geschwindschiess-Stucke' van 2
pond. Bij deze laatste wordt van 'Patronen' melding gemaakt. De
munitievoorraad bestond uit (totaal) 800 kogels van 3- en 400 van
2 pond, benevens 160 kartetsen van 3- en 160 van 2 pond.
De mars ging als gezegd over Alken-Diiren-Maastricht naar
Brussel, tot waar de af te leggen afstand ongeveer 2^0 km bedroeg.
Er werd 'der besseren Commoditat Willen' in drie korpsen ge
marcheerd, n.l. de Keizerlijken onder de luit.-generaal Von Fels,
de Paltsische troepen onder Johan Ernst van Nassau-Weilburg,
de Hessische en Saksische onder de erfprins Frederik van Hessen-
Kassel. De cavalerie kwam 10 Juli te Brussel, de infanterie ongeveer
de 14e, zodat de ruiterij gemiddeld 20 km, de infanterie km
per dag de rustdagen meegeteld marcheerde 2).
28l
Pelet VIII-22, 23, 32^. St. Fremont zag in deze juister dan Berwick en de keurvorst (p. 320).
Briefwisseling tussen Vendöme en Berwick: id. 628-634.
Lodewijk XIV had 26 Mei reeds berichten aangaande de a.s. mars van Eugenius naar de Nederlanden
en zelfs dat de prins reeds te Koblenz was aangekomen (id. p. 16). Heinsius schrijft 2 Juni aan
Marlborough: 'Je suis de vostre sentiment que l'ennemy est assez bien informé des mesures prises
avecq le Prince Eugène en qu'il est attentif sur ce qui les pouroit changer'. (V. 't Hoff nr. 631).
2) Feldzüge X-298, 332, £28, £29. Marlborough a.d. St.Gl. 2 Juli (Murray 93)V. 't Hoff nr. 642.