gevaar voor Staats-Vlaanderen, dat nu plotseling weer in de frontlijn was komen te liggen, voorlopig bezworen, hoewel de toestand nog steeds dreigend bleef, en men zich de schrik, die het gebeurde hier en in Zeeland had veroorzaakt, wel enigszins kan voorstellen1). Te Oudenaarde voerde de kolonel Sigtermans het bevel. Ook deze vesting was nagenoeg van garnizoen ontbloot. Het bataljon van Prendergast, dat er de ^e heen had moeten gaan, zal hierin wel door de overrompeling van Gent zijn verhinderd. De gedeputeerden schreven aan de commandant van Kortrijk om er 200 man- en aan die van Ath om er 'op de beste wyse met partijen', a 600 man in te zenden. Uit het leger vertrok het regiment dragonders van Walef naar Ath, eveneens met opdracht, het garnizoen van Oudenaarde te versterken, terwijl de kolonel Chanclos bevel kreeg, er het com mando op zich te nemen. Intussen had Sigtermans reeds al het mogelijke verricht om te maken, dat de stad althans niet zonder 'ceremoniën' kon worden aangevallen 2). Door al deze maatregelen mocht men hopen, dat de belangrijkste plaatsen voorlopig in veiligheid waren gesteld, te meer omdat de vijand geen zwaar geschut bij de hand had. Verder mocht men op de spoedige aankomst van het leger van Eugenius vertrouwen. De op deze zaken betrekking hebbende brieven leveren het bewijs, dat de gedeputeerden zowel als de genoemde plaatselijke bevelhebbers, met kracht en voortvarendheid het nodige hebben verricht, en in deze kritieke dagen geen moeite hebben ontzien. Niettemin hebben de Fransen nog één succes kunnen behalen. La Mothe was aanstonds na het innemen van Brugge voor Damme verschenen, doch had hier Vegelin reeds aangetroffen, die doende was, de omtrek onder water te zetten. Vervolgens trok hij naar de kant van Oostende en bestormde in de vroege morgen van de 9e of 10e het fort Plassendael; een belangrijke post, zowel wegens de sluizen, die gelegenheid gaven, het land onder water te zetten, als omdat hij de waterweg Brugge-Nieuwpoort beheerste. De bezetting Ged. te velde a.d. St.Gl., Asch 8 Juli (St.Gl. 5021). Vlg. Eur. Mere. 12 vertoonden de Fransen zich reeds voor de forten St. Marie en de Parel. 2) Ged. te velde zie nt. 1Inderdaad was, aanstonds na de verrassing van Gent, een detachement onder Chemerault naar Oudenaarde vertrokken; het moest echter onverrichter zake terugkeren. Betreffende Sichterman vermeldt Quincy (V-p. £94) het volgende 'M. de Scyterman y commandoit, et dans la crainte que les habitants ne songeassent a se rendre, il fit assembier un conseil de guerre et y proposa les moyens dont on pourroit se servir pour les contenir dans le devoir, quand même ils n'en auroient pas la volonté. II y fut resolu qu'on se défendroit jusqu'a la dernière extrémité, et de leur déclarer que l'on espéroit qu'ils y contri- bueroient de leur coté; mais qu'en cas qu'ils fissent la moindre tentative pour se rendre, on mettroit le feu aux quatre coins de la ville. Les habitans protestoient de leur fidélité et le commandant se mit en état de défense.' Opmerkelijk is, dat deze voor Sichterman zo eervolle vermelding in geen enkele Nederlandse bron, voor zover mij bekend, voorkomt. 292

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 322