verdedigde zich dapper, ongeveer vier uur lang, doch tenslotte werd het fort 'met de degen in de hand' genomen. Hierbij sneuvelden 18 man waaronder een vaandrig. De rest der bezetting, totaal 140 man, werd gevangen genomen. Van dezen waren de kapitein en 2j man gewond. Bovendien veroverden de Fransen een gewapend vaartuig, dat aan de verdediging had medegewerkt. Daar de bezetting van een stormenderhand genomen plaats, volgens het toenmalig oorlogsrecht, feitelijk het recht op lijfsbehoud had verbeurd, werden alle gevangenen, de officieren incluis, 'tot het hemd toe' uitge schud. Quincy munt in zijn beschrijving van het geval weer uit door onnauwkeurigheid, waar hij zegt: 'l'on passa au hl de l'épée cent soixante hommes, et ce qui resta fut fait prisonnier de guerre' Het genomen fort was een ernstige bedreiging voor Oostende. Gelukkig had de commandant dier stad, de kolonel Caris, het tussen- gelegen fort St. Philippe bijtijds van een voldoende bezetting voor zien: De commandant der post had reeds de omtrek doen onder lopen, de vaart naar Plassendael d.m.v. een tweetal zinkschepen, 'Bielanders' genoemd, versperd, en de toegangen te land en te water met behulp van met geschut bewapende oorlogsvaartuigen doen afsluiten, zodat men hier een eventuele aanval met vertrouwen kon tegemoet zien1). Begrijpelijk is, dat de bondgenoten na het gebeurde te Gent en Brugge ook voor Brussel vrees koesterden. De toestand was er zeker niet zonder gevaar, wanneer men denkt aan de vele Fransgezinden, z.g. carabiniers, welke de bevolking telde, aan de populariteit die Maximiliaan van Beieren er nog steeds genoot, aan de vele Franse en Spaanse krijgsgevangenen, die er rondliepen, en aan het feit, dat het verkeer tussen Brussel en Bergen, het hoofdkwartier der Frans gezinden, waar Bergeyck zijn aanslagen smeedde, tot nog toe steeds ongehinderd voortgang had. De commandant der stad, Pascal, ontving 8 Juli van de Conferentie, het bestuurslichaam der bezet tende mogendheden, opdracht, de verdachte personen uit te wijzen, of wel schildwachten voor hun woningen te plaatsen. Hoewel er de eerste dagen de grootste opwinding heerste, bleven, dank zij de waakzaamheid van Pascal en van de Hollandse leden der Conferen ce, Van den Bergh en Renswoude, onlusten of andere ernstige gebeurtenissen achterwege 2). 293 x) Caris a.d. Raad v. State, Oostende 10 en 12 Juli (R.v.St. 676)Caspar van Feugen, wachtmeester van Oostende, a.d. St.Gl., St. Philippe 12 Juli (St.Gl. £021). Pelet VIII-27; Quincy V-493. 2) Over de toestand te Brussel en de genomen maatregelen: Veenendaal 206, '07.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 323