onmiddellijk ten Westen van Oudenaarde om aldus het deboucheren
uit dit bruggehoofd te verhinderen. Voorts zouden alle voor brug-
slag in aanmerking komende plaatsen met veldversterkingen worden
voorzien, en een detachement uit het leger het beleg slaan voor
Meenen1).
In dit plan paste dus geen beleg van Oudenaardedoch desondanks
blijkt dat de stad de 9e 's morgens is ingesloten of althans berend,
en er zijn berichten, volgens welke zowel van Gent als van Doornik
geschut naar Oudenaarde onderweg was. Deze artillerie moet echter
krachtens een tegenorder zijn teruggekeerd, daar zij anders de ne
in handen der bondgenoten zou zijn gevallen 2).
De 9 e omstreeks drie uur in de morgen brak het geallieerde leger
uit het kamp van Asch op en marcheerde, met stille trom, in vier
colonnes in Zuidelijke richting af. Om en bij het middaguur werd
halt gehouden en werden tenten opgeslagen bij het 30 km Zuide
lijker gelegen dorp Herffelingen. Dit laatste was echter een krijgslist,
die ten doel had, de spionnen en deserteurs in de mening te brengen
dat er zou worden overnacht. Des avonds om zeven uur, op het
signaal van de taptoe, werden de tenten gestreken, en de mars
voortgezet in de richting van Lessines. Reeds om vier uur was in
tussen een voorhoede van acht bataljons, even zoveel eskadrons, en
enige stukken geschut en pontonmaterieel uitgezonden onder Ca-
dogan en Rantzau, om zich tijdig van het overgangspunt aldaar
meester te maken. Een deel dezer voorhoede bereikte deze plaats
omstreeks middernacht en bezette haar alvastde rest volgde vroeg
in de morgen van de 10e. De hoofdmacht marcheerde de ganse
nacht door en kwam, na een mars van 23 km, in de loop van die dag
in de omgeving van Lessines. Gedachtig aan het gebeurde bij de
mars van de 3e, waren strenge orders gegeven inzake de bagageelke
wagen, die zich wederrechtelijk in de colonnes bevond, mocht door
de soldaten worden geplunderd en van de marsweg verwijderd. Als
enig ongeval op deze mars wordt vermeld, dat Marlborough met
zijn paard in een sloot geraakte, en slechts met moeite op het droge
werd getrokken. Met de overtocht van omstreeks 90 000 man over
een beperkt aantal bruggen was de gehele dag gemoeidin de mor
gen van de 10e gingen de eerste troepen over, de laatste eerst tegen
middernacht. Naar mate de legerafdelingen over kwamen, betrok
ken zij een kamp tussen Lessines en de dorpen Op- en Nederbrakel,
naar de kant van Oudenaarde.
Nog een 20 tot 30 km scheidden nu het leger van deze vesting.
Peletvra-31.
29 s
2) Murray IV-103.