De Franse krijgsmacht was omstreeks 10 uur opgebroken uit het kamp van Gavere. Het gros passeerde de rivier over drie of vier bruggen bij deze plaats; de cavalerie der linkervleugel, waarvan de eerste linie werd aangevoerd door de luit.-generaal Rosel, de twee de door Cheyladet, de infanteriebrigades Navarre en Condé, alsmede de gehele artillerie, gingen in of bij Gent, waar ook de bagage zich bevond, over de Schelde. Deze onderdelen moesten dus een belangrijke omweg maken. Desondanks kwam althans de cava lerie nog ruimschoots vóór de actie ter plaatse; van de beide in fanteriebrigades vinden wij geen melding gemaakt, doch de artillerie, die zeer werd opgehouden door de op de straten en wegen staande bagagewagens, kwam niet aan vóór de duisternis een einde aan de strijd had gemaakt. Slechts één brigade heeft onder haar commandant De Vaulx de Sempignan aan het gevecht kunnen deelnemen, door dat de commandant, voorgelicht door boeren uit de streek, een kortere weg had genomen1). Aan Franse zijde dacht men er niet aan althans Vendome niet dat de geallieerden naar de Schelde zouden oprukken. Dienten gevolge werd er zeer weinig haast gemaakt met het overtrekken van de rivier. Zelfs had men de zorgeloosheid zo ver gedreven, dat een beek tussen het kamp en de Schelde des morgens vroeg nog moest worden overbrugd. Er heerste een te groot vertrouwen in de voor sprong, die men in het kamp van Gavere had op de bij Lessines staande vijand. Deze voorsprong bestond inderdaad, maar door on achtzaamheid ging hij verloren. In aanmerking genomen de afstand van Gavere tot Oudenaarde, die ongeveer 10 km bedraagt, en de bovengenoemde tijdstippen, is het wel zeker, dat indien de Fransen eerder op mars waren gegaan, Vendome het detachement van Cadogan had kunnen terugwerpen en een zodanige positie in nemen, dat het deboucheren uit Oudenaarde ondoenlijk was. Daarentegen blijkt, dat de opmars naar Oudenaarde feitelijk nog moest beginnen, toen het bericht werd ontvangen, dat de geallieer den met tenminste 20 eskadrons, benevens enige infanterie, de Schelde waren gepasseerd. Dit bericht was afkomstig van de luit.-generaal Biron, die des morgens met een detachement, uit enige infanterie- en cavalerie regimenten bestaande, was vooruitgegaan, om het nieuwe kamp te markeren. Het tijdstip, waarop deze melding door de Franse leger hoofden werd ontvangen, is van veel belang voor een juist inzicht in de gebeurtenissen en het aan Franse zijde gevoerde beleid. De 298 Wat de artillerie betreft: De Vaux de Sempignan aan Chamillart 12 Juli (Arch. Nat8 Guerre A i 2108 nr. 26).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 330