volgens zijn mening, aan een actie onoverkomelijke hinderpalen in de weg legde, en de Norken moeilijk was te passeren. Wilde men van aanvallend optreden afzien, dan verdiende het ongetwijfeld de voorkeur, het leger in zijn stelling achter de Norken te laten. De vijand was dan weliswaar over de Schelde, doch men stond dan zeer gunstig om zowel het hernemen van Gent en Brugge als andere ondernemingen te beletten. De onzekerheid omtrent de sterkte der vijandelijke, reeds overgegane troepen, omtrent 's vijands verdere plannen, en de onbekendheid met het terrein bemoeilijkten het nemen van een beslissing. Of hierbij ook onenigheid tussen VendÓme en de hertog van Bourgondië in het geding is geweest, blijkt niet, maar zeker is, dat men aan Franse zijde lange tijd be- sluitenloos bleef. Een 'voornaam gevange Fransch Officier' schreef althans na de slag uit Oudenaarde: 'Terwijl onze Generaals zonder rezolutie waren (niet wetende wat partij zij zouden kiezen, en of zij slag zouden leveren of niet) trok het Vijandlijke Leger gedurig over de Rivieren maakte zig zeer behendig meester van eenige Dorpen, door Heggen en Kreupelbosjes gecoupeerd'. D'Artaignan bericht aan Chamillart meer vergoelijkend: '1e peu de connaissance du terrain, les différentes manières de s'étendre des ennemis, cela tint longtems nos généraux incertains du bon parti' x). Intussen ging de tegenpartij tot daden over. Toen het Franse leger de stelling achter de Norken betrok, was het gevolg hiervan, dat het detachement van Biron, en in het bijzonder de te Eyne staande troepen, zoals men zegt, in de lucht kwamen te hangen; zij werden noch ondersteund noch bijtijds teruggetrokken. Cadogan, wie deze omstandigheid niet ontging, vroeg en verkreeg verlof deze troepen aan te tasten. Terwijl de infanterie, met de Engelse brigade Sabine als voorhoede, tegen het dorp ten aanval ging, trok Rantzau met zijn 8 eskadrons over de beek. Een volledig succes bekroonde de actie; de Zwitsers in Eyne werden omsingeld en gaven zich na weinig tegenstand over. De buiten het dorp staande bataljons wisten zich te redden, doch niet zonder dat de achtervolgende cavalerie hun zware verliezen had toegebracht. Rantzau trok vervolgens de vlakte van Heurne in en deed een schitterende charge tegen de 12 eskadrons sterke cavalerie van Biron, die ten enenmale overhoop werd geworpen. Drie paar keteltrommen en i 2 standaarden voerden de overwinnaars als zegetekenen mede; de luit.-kolonel Breteche werd gewond en met andere officieren gevangen genomen. De tijding van dit gelukkig begin ging als een lopend vuur door de x) Pelet 386; Eur. Mere. 35. 301

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 333