naar de bruggen oprukkende colonnes en deed geestdrift en zelf vertrouwen nog toenemen. Deze actie moet omstreeks drie uur in de namiddag hebben plaats gegrepen. Tot degenen, die zich door dapperheid hadden onderscheiden behoorde de erfprins van Han nover. Hij chargeerde aan het hoofd van een der eskadrons dragon ders van Bülow, waarbij zijn paard onder hem werd doodge schoten1). De charge van Rantzau moet zijn geschied tussen Heurne en Mullem. Zijn eskadrons, die zich tamelijk ver naar voren hadden gewaagd, leden verliezen door het vuur van een Franse batterij van vier stukken, welke op de hoogte ten Westen van Huysse was op gesteld, en trokken niet zonder enige wanorde terug. Een zestiental Franse eskadrons naderden tot op korte afstand en schenen te willen chargeren, doch maakten vervolgens keert, keerden naar hun stelling aan de Norken terug en hielden zich verder rustig. Het schijnen deze eskadrons te zijn, waarop Ven- dome's mededeling betrekking heeft dat hij om twaalf uur 29 eskadrons over de beek, d.i. de Norken, heeft gezonden. De genoemde batterij is blijkbaar die van Sempignan enige tijd later stelde hij haar op bij de molen van Roijgem. Overigens heeft de artillerie aan geen van beide kanten een grote rol gespeeld. De geallieerden brachten volgens Schulenburg en de kaart van Mosburger bevestigt zijn zeggen - 8 of 1 o stukken op drie plaatsen in batterij, die de vijand wel aanhoudend beschoten, doch 'sans les faire reculer ni causer grand désordre'. Denkelijk hebben deze stukken tot het detachement van Cadogan behoord. Waarom de overige (hij bezat er 24, volgens andere opgaven 32 of 40) niet in stelling zijn gekomen blijft een open vraag. Intussen was zeker reeds een aanzienlijk deel der geallieerde cavalerie op het slagveld aangekomen. Zij stelde zich voorlopig in bataille, enerzijds op de vlakte aan de eigen kant van Eyne, ander zijds achter het kasteel van Brouan. Ook de infanterie der hoofd macht begon nu aan te komen, en schaarde zich eveneens op twee linies in slagorde. De infanterie van Cadogan, die Eyne had inge nomen, ontving bevel, zich aan de Diepen- en de Marollebeek te posteren, om de verwachte Franse aanval af te slaan en de vlakte van Heurne vrij te houden voor de ontplooiing der cavalerie. Inderdaad ging de Pruisische generaal Natzmer met de tweede linie cavalerie van de rechtervleugel, 39 eskadrons, over de beek Zie p. 300 nt. 2Drie dagen na de slag had men aan Franse zijde nog geen bericht van de drie krijgs gevangen regimenten. D'Affry, die de berichten inzond aangaande de gesneuvelde en gewonde officieren, schijnt van hun wedervaren onkundig te zijn (Arch. Nat8 Guerre A i, 2108, nr.32). 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 334