bij Eyne en stelde hij zich op in de vlakte van Heurne. Hetzelfde deed Bülow met de eerste cavalerielinie, zodat zich hier een zeer sterke macht aan ruiterij moet hebben bevonden1). Omstreeks vier uur werd van Franse zijde de stap gedaan, welke feitelijk de slag deed ontbranden. Dat de bondgenoten de stelling aan de Norken zouden hebben aangevallen, indien de tegenpartij zich tot stand houden aldaar zou hebben bepaald, is mogelijk, doch, gezien ook het reeds gevorderde uur, twijfelachtig. Op genoemd tijdstip echter gingen, op bevel van de hertog van Bourgondië, een twintigtal bataljons van de rechtervleugel voorwaarts onder de maréchal de camp Antonio Grimaldi, met het doel, de geallieerde infanterie uit de heggen van de Diepenbeek te verdrijven. Het bevel werd gegeven buiten medeweten van Vendome en volgens St. Simon ten gevolge van een misverstand. Het zou n.l. een uitvloeisel zijn geweest van de oorspronkelijk aan Biron gegeven order om aan te vallen, zonder dat Bourgondië wist dat deze order door de feiten was achterhaald. De Franse berichten bewaren hierover be grijpelijkerwijs het stilzwijgen. D'Artaignan b.v. zegt slechts 'Notre infanterie fut obligé de les attaquer dans leurs postes', evenals de bovengenoemde krijgsgevangen officier schrijft: 'Men moest eindelijk rezolveren haar van daar te verdrijven.' (d.i. uit de heggen), maar het is duidelijk dat het stelling nemen der geallieerden aan de Diepenbeek nog geen ernstige bedreiging van de positie achter de Norken inhoudt 2). Van hun stelling tot aan de Diepenbeek hadden de Franse troepen zeker een drietal kilometers door het terrein te marcherenhet zal dus omstreeks uur zijn geweest toen de strijd hier in volle gang was. De eerst aankomende brigades waren Du Roy en Poitou, tezamen 8 bataljons. Na aanvankelijk te zijn teruggeworpen, her- zamelde Vendome de troepen en bracht hen opnieuw in gevecht, thans versterkt met 10 bataljons van de brigades Picardie en PiÉmont. Aan weerskanten komen nu opvolgend nieuwe troepen op het strijdtoneel, en geleidelijk breidt het gevechtsfront zich uit x) Gelijk bij de meeste slagen zijn de tijdsaanduidingen tegenstrijdig; vooral geldt dit ten aanzien van het passeren der bruggen. In het algemeen stelt men het aankomen der voorste troepen bij de brug of bruggen op 12 a i uur, de aanval van Cadogan op 3 a 4 uur, het begin van de eigenlijke slag op a 6 uur. Het overgaan van het gros der strijdkrachten geschiedde naar schatting door de rechter vleugel van 1 tot 4, voor de linker van 2 tot 5 uur. Zie ook: Goslinga a.d. Staten van Friesland, 12 Juli 1708. Van Collen aan de burgemeesters van Amsterdam 12 Juli 1708. (Burgem. archief Amstm nr. 30). 2) Het is niet gemakkelijk te zeggen, van welke der beide partijen de aanval uitging. (Murray 110, 11 s; Eur. Mere. 23). Na de inleidende aanval van Cadogan ontbrandde de slag eerst door de voor waartse beweging van Grimaldi. De algemene aanval der geallieerden ontwikkelde zich nadat het gros der troepen bij gedeelten was aangekomen en in slagorde was gesteld. (Eur. Mere. 18, 21, 25, 27, 29). Het best kan men de slag als een ontmoetingsgevecht karakteriseren. 303

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 335