de rechter had gevolgd en eveneens ten aanval was gegaan. Niets lag meer voor de hand, en Vendome heeft er dan ook het bevel toe gegeven. Het werd overgebracht door een zijner adjudanten, doch deze sneuvelde onderweg, hetzij vóór de overbrenging, hetzij op de terugweg; ook hieromtrent zijn de berichten tegenstrijdig. Feitelijk doet het er ook minder toe, want men zal toestemmen dat het uit blijven van orders geen reden mocht zijn om in een slag het halve leger werkeloos te laten. Meer waarschijnlijk is derhalve de lezing van Vendome: dat 'verkeerde raadgevers' Bourgondië van het geven van het aanvalsbevel hebben afgebracht, onder voorgeven dat de Norken niet was te passeren. Hoewel ook Rosel, die de eerste linie cavalerie der Franse linkervleugel aanvoerde, een krijgsman aan wiens moed en be kwaamheid niet valt te twijfelen, van oordeel blijkt, dat de beek het slaags raken der wederzijdse vleugels ten enenmale belette, geloven wij toch, dat Vendome zich in dit geval terecht bij de koning be klaagt. Over de beek waren verscheidene bruggen, en er stonden reeds afdelingen cavalerie aan 's vijands zijde n.l. de 20 eskadrons, die hij 'sur le midi' had laten overgaan. Wel bevond zich sterke geallieerde cavalerie in de vlakte van Heurne, doch op grote afstand van de in aanmerking komende over gangspunten. En tenslotte, indien men het al te gewaagd achtte de cavaleriestrijd in de vlakte van Heurne op te nemen, zo was er toch geen beletsel voor de infanterie om bij Mullem over te gaan, en zich bij de linkervleugel der bij Herlegem strijdende troepen aan te sluiten. Een slechtere oplossing dan een, waarbij van de aan wezige 118 bataljons er $o werkeloos toezagen, terwijl de andere in zware strijd stonden, was nauwelijks denkbaar1). Dat de Franse infanterie, ondanks de dapperheid, waarmee zij ongetwijfeld heeft gevochten, het niet zou kunnen houden, toen later op de middag nog de gehele linkervleugel der bondgenoten zich in de strijd mengde, lag voor de hand. Het moet omstreeks vijf uur zijn geweest, dat de grotendeels uit Nederlandse troepen bestaande linkervleugel onder Ouwerkerk en Tilly over de Schelde ging. Dit geschiedde in Oudenaarde, waarbij de cavalerie nog geruime tijd werd opgehouden door het breken van bruggen. Van de infanterie sloot een gedeelte, onder de generaal-majoor Weck, de brigadier NASSAU-WouDENBERG-een zoon van Ouwer- 3°S X) Vendomea.d. koning 19 Juli. Pelet VIII-392 jenepouvaispasdeviner que cinquantebataillons et prés de cent quatre-vingts escadrons des meilleurs de cette armée se contenteraient de nous voir combattre pendant six heures, et regarderaient cela comme on regarde 1'opéra des troisièmes loges. Monseigneur le due de Bourgogne me rendra justice, et il est convenu avec moi qu'il avait tort de n'avoir pas suivi son premier mouvement et de s'être rendu a de mauvais conseils'.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 337