Terwijl de Staten op deze wijze zorg droegen voor de innerlijke
versteviging der krijgsmacht, namen zij tevens reeds vroeg maat
regelen om het leger tijdig te velde te kunnen brengen.
Gedurende de winter vielen geen krijgsbedrijven van enig aanbe
lang voor. Wel was men onzerzijds bezorgd voor aanslagen, welke
men meende, dat de vijand voor had op enkele plaatsen, als Cadzand,
Leeuw en Hulsttot meerdere zekerheid werden enige maatregelen
genomen, waarover Lamberty het een en ander meedeelt, doch
geen der ondernemingen is, voor zover zij al in het voornemen
mogen hebben gelegen, tot uitvoering gekomen1).
Vermelding verdient een nieuw verdrag van uitwisseling, dat in
Januari na langdurige onderhandeling tot stand kwam, en krachtens
hetwelk tussen de 20e en 30e dier maand te Thienen alle geallieerde
krijgsgevangenen tegen een gelijk aantal Franse werden vrijgelaten.
Evenals bij het laatste verdrag, dat van Borgloon van 4 November
1703, waren onzerzijds de kolonel CRONSTRÖm en de commissaris
Lakeman met de uitvoering van het tractaat belast. De geallieerde
krijgsgevangenen waren voornamelijk de 1323 man die te Hoey, en
14^8 man en 23 1 dragonders, die te Diest hadden gecapituleerd. De
werkelijke getallen zijn iets lager, daar hierbij een sergeant voor
twee man is berekend. De Franse gevangenen waren die van Hoey,
Tirlemont, Zoutleeuw en Santvliet, van het gevecht bij Heylissem
en een deel van die uit de slag bij Hochstadt 2).
De bedoeling der Staten was, eind Maart een kamp te formeren in
de buurt van Maastricht. Bij resolutie van 24 Februari werd de lijst
vastgesteld van de regimenten, welke zich gereed moesten houden
om te velde te gaan, n.l. 9^ bataljons en i^o eskadrons. Onder deze
waren 20 bataljons en 13^ eskadrons Engelsen, 4 bataljons en 21 es
kadrons Denen, 3 bataljons en 4 eskadrons Pruisen en 6 bataljons en
11 eskadrons Luneburgers. In de garnizoenen zouden blijven 49 batal
jons en 13 eskadrons. Van de veldtroepen werden 15^ bataljons en
33 eskadrons reeds dadelijk naar Maastricht gezonden om in de om
trek te kantonneren, met het doel, een dekkingskorps te vormen
ties vastgesteld: 'Reglement tegens de ongeregeltheden en abuysen der militie' (16 Maart, Groot
Plakkaatboek V, p. 164);
'Resolutie wegens het appointeren van impotente en verminkte soldaten' (18 Maart, G.P.B.
V-167);
'Resolutie tegen slapheyt in de justitie bij de Trouppes, haar eygen krijghsraden hebbende' (30
Maart, id. 167);
'Resolutie op het verlenen van verloven bij de generaals en verdere subordinatiën in het leger'
(31 Maart, id. 167).
x) Lamberty IV, 40, 41 Lauder a.d. St.Gl., Hulst g Febr. 1706 (St.Gl. 7160).
Onzerzijds maakte de ingenieur Du Ry een plan voor een aanslag op Trarbach, welke blijkbaar niet
tot uitvoering is gekomen (Murray III-261, '62).
2) Lamberty IV-40het gesloten tractaat in uittreksel in de Europ. Mercurius, p. 92.
13