bevel ontving, en de volgende morgen tot zijn verbazing bemerkte,
dat het leger was verdwenen. Hij nam toen op eigen gezag maat
regelen tot de terugtocht naar Gent, en had het hierbij nog kwaad
te verantwoorden1).
De geallieerden zetten des morgens vroeg de achtervolging in,
niet met het gehele leger, doch met 40 eskadrons onder Bülow,
benevens een detachement voetvolk, bestaande uit alle grenadiers
en 4 bataljons van de rechtervleugel onder Argyll.
Op de weg naar Gent waren verschillende bossen en défilé's,
wat de dekking van de terugtocht ten goede kwam. Hierbij heeft
Rosel, die beschreven wordt als 'grand et excellent partisan', en
dus goed van het terrein gebruik wist te maken, zich grote verdien
sten verworven. In de berichten komen deze weinig tot uiting,
denkelijk omdat zij rechtstreeks verbonden zijn met een grote lapsus
in de bevelvoering, terwijl Rosel een man geweest schijnt te zijn,
die niet gaarne ten eigen bate de grote trom roerde, en er niet van
hield, de prinsen het hof te maken. Met de cavalerieregimenten
'Colonel general' (3 eskadrons) en Carabiniers (6 eskadrons)
en het regiment Spaanse dragonders van Richebourg vormde
Rosel een achterhoede. Krachtige bijstand vond hij in de maréchal
de camp Nangis, die, zonder bevel en geheel op eigen gelegenheid,
uit verspreide afdelingen een detachement van $oo grenadiers had
weten te vormen. Met behulp van deze afdeling, die aan de staart
van de laatste cavaleriecolonne marcheerde, wisten de beide bevel
hebbers zich de achtervolgende troepen geruime tijd van het lijf te
houdenhet detachement grenadiers ging er echter ten slotte bij te
gronde. Nu had de ruiterij heftige aanvallen te verduren, waarbij
vooral de Spaanse dragonders en het regiment 'Colonel general'
zware verliezen leden. Bij de achtervolgende cavalerie onderscheidde
zich het Hannoveraanse regiment Pentz, dat de bovengenoemde
dragonders van Richebourg uiteensloeg. Bij de verdere achter
volging, waarbij het zich ver naar voren waagde, werd de comman
dant, de dappere luit.-kolonel Ponpietain, gewond, terwijl twee
kapiteins sneuvelden. Overigens had het regiment, gelijk uit de
verlieslijst blijkt, slechts weinig slachtoffers te betreuren. Twee uur
vóór Gent, zo lezen wij, eindigde de vervolging. Het voetvolk van
Argyll was weinig of niet in actie geweest. Met vijfhonderd ge
vangenen werd de terugmars naar Oudenaarde aanvaard. De Fransen
bereikten overigens ongestoord de poorten van Gent. Het leger
vervolgde zijn weg door de stad en ging tot legering over bij
311
Over de gehouden krijgsraad en de terugtocht: St. Simon, I.e.