in de leiding zoek was ligt, na hetgeen de dag van 11 Juli te aan schouwen had gegeven, voor de hand1). Hoewel Vendöme in zijn brieven de slag zoveel mogelijk trachtte te bagatelliseren, kon het niet anders of de ware omvang van de nederlaag moest al spoedig te Parijs bekend worden. Aan het hof, en weldra ook in ruimer kring, ontstond grote beroering. De aan hangers van Vendome, of, zoals de tegenstanders zeiden, 'la cabale' braken meedogenloos de staf over Bourgondië, wiens zwakheid kennelijk de nederlaag had veroorzaakt. De tegenpartij harerzijds legde de vinger op de tekortkomingen van Vendome, zijn luiheid en eigenzinnigheid, die oorzaak waren geweest, ondanks waarschuwingen van alle zijden, van het te lang talmen bij Gavere. Tolk van deze laatste richting is St. Simon, wiens berichten, voorgelicht als hij werd door Biron en anderen, een niet te ver waarlozen bron voor de kennis van de slag vormen. Vendome liet door zijn creaturen pamfletten te zijner verdediging in het licht geven, met name door Campistron en de later zo be ruchte Alberoni; de open brief van de laatste vindt men in ver taling in de Europische Mercurius. St. Simon wijdt er een belang wekkende beschouwing aan, die er niet veel van heel laat. De kabaal die het volgens de tegenstanders op de ondergang van de erfgenaam der troon toelegde, had ook in het legerkamp haar ver tegenwoordigers, allereerst natuurlijk Vendome zelf. Groter con trast, dan tussen deze kleinzoon van Hendrik iv, met een levensstijl, waaraan alle stijl ontbrak en de rechtschapen, maar voor de oorlog weinig geschikte Bourgondië, is dan ook moeilijk denkbaar. St. Simon had van de aanvang af voorspeld, dat de combinatie dier twee niets dan ellende zou opleveren, en de gebeurtenissen stelden hem in het gelijk. Uit zijn mededelingen valt niet onduidelijk op te maken, dat de grote meerderheid van het krijgsvolk aan de kant van Vendome stond, en in zoverre terecht, dat de laatste meer krijgsman was en vele malen meer ervaring bezat dan des konings kleinzoon. Het valt echter niet te ontkennen, dat ook Vendome veel schuld had aan de voor Frankrijk zo noodlottige uitslag. Het fatale uitstellen van de mars naar Oudenaarde, vergetende, dat een ondernemende vijand bij voorkeur datgene doet, dat men het minst verwacht, komt op rekening van zijn onachtzaamheid. Vervolgens heeft hij te veel 3H Feldziige X, Suppl1 155; Eur. Merc. p. 17-21. Lijst der gevangen hogere Franse officieren bij Quincy V-300. Ontmoediging aan Franse zijde: Pelet VIII-398, '99. d'Affry 14 Juli (Arch. Nat8 Guerre A 1, 2108, nr. 32). Souternon I4juliid. 2081 nr. 101. Lijst van de Franse bataljons die hebben gestreden bij Pelet VIII-383.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 346