meer dan twee bataljons en een afdeling invaliden1). Met het veld
leger naar de grenzen terugkeren, zou echter het opgeven van de
waardevolle veroveringen in Vlaanderen betekenen. Bovendien zou
zulks met grote waarschijnlijkheid tot een ontmoeting met het ge
allieerde leger leiden. Het grootste voordeel van de onlangs ver
worven positie was, dat Gent de waterwegen beheerste, en dat met
deze stad in Franse handen, een beleg aan de grenzen van Vlaanderen
schier onmogelijk was. Om al deze redenen besloten de Franse
legerhoofden, zich in hun positie achter het kanaal naar Brugge te
handhaven, zich hier zo goed mogelijk ter verdediging in te richten,
en de zorg voor de grenzen over te laten aan het leger van Berwick,
die met rasse schreden van de Moezel naderde.
Deze had n Juli over Givet Florennes bereikt; de 12e was hij
te La Buissière aan de Sambre, en vernam intussen de tijding van
Oudenaarde. Hij zendt in allerijl 20 eskadrons naar Bergen, geeft
zijn troepen order, op Valenciennes te marcheren, en begeeft zich
zelf naar Doornik. Hij vindt de stad vol vluchtelingen uit de slag;
in Doornik, Rijssel en Ieperen waren er, volgens een gehouden
monstering, ruim 9000. Berwick bestemt hen tot voorlopige be
zetting van de drie genoemde, het meest blootgestelde plaatsen, en
laat verder enige bataljons uit het achterland komen. De 14e is hij
te Rijssel, stelt hier voorlopig orde op de verdediging, en begeeft
zich de 17e naar Douai dat hij, in afwachting van nadere orders, tot
verzamelpunt van zijn troepen heeft gekozen. Naar mate de infan
terie hier aankomt, zendt hij haar als versterking naar de reeds
genoemde vestingen. Het is duidelijk, dat van een vereniging van
zijn leger met dat van Bourgondië vooreerst niets kon komen;
zij lag trouwens niet in de bedoeling. De koning wenste haar slechts
voor het geval, dat het tot slag leveren zou komen. Berwick's eerste
taak was, Noord-Frankrijk te beschermen 2).
Baarde de toestand aan Franse zijde zorgen, ook voor de bond
genoten was zij niet onverdeeld rooskleurig. De verbinding met de
Republiek toch was wel niet afgesneden, maar niettemin zeer
moeilijk geworden.
Zij was slechts op twee manieren mogelijk: ie over zee via
Oostende; deze verbinding werd echter ernstig bemoeilijkt door
Nieuwpoort en het fort Plassendael, beide in Frans bezit, afgezien
nog van de nadelen van vervoer over zee. De tweede verbinding liep
Feldzüge X, Suppl' p. i j6Goslinga, Mém. 66. Beschouwingen over de toestand en overwegingen
aan Franse zijde in de memories van Chamlay en Bergeyck en de brieven van de koning aan Bour
gondië van 16 en 18 Juli, bij Pelet VIII-393, 407.
2) Berwick, Mém. II-10. Berwick aan Bourgondië, Lille, 15 Juli, bij Pelet 397.
317