voor het leger, dat t.z.t. zou worden bijeengetrokken. Daar de
Luneburgse en Hessische troepen ongeveer drie weken nodig zouden
hebben om zich naar het leger te begeven, werd aan Marlborough
machtiging verzocht, deze contingenten in mars te zetten naar Maas
tricht op de eerste berichten welke hiertoe aanleiding zouden geven.
Toen echter de tijding kwam, dat de Fransen een sterk detache
ment naar de Bovenrijn hadden gezonden, werd het raadzamer ge
oordeeld, de genoemde troepen voorlopig in Duitsland te laten,
waar zij de kwartieren moesten betrekken, welke de Paltsische, voor
Italië bestemde, troepen zouden verlaten.
De voorziening der magazijnen was door de Raad van State, even
als in vorige jaren, opgedragen aan de ervaren provediteur Antonio
Alvarez Machado, die op dit gebied reeds meer dan dertig jaar zijn
sporen en nog wel meer dan dat - had verdiend. Zijn zoon Jacob
was in het zelfde bedrijf werkzaam. Aan Engelse zijde vinden wij
Salomon Medina als bankier en legerleverancier. Hij sloot althans
een contract met Machado en verstrekte deze een voorschot, dat
wellicht moest dienen tot financiering van het Britse aandeel in de
aankopen ten behoeve der magazijnen en het huren der proviand
wagens.
Intussen waren reeds in Maart de recruten en remontepaarden
voor de Engelse regimenten aangekomen. Begin Maart keerde Buys
van zijn zending naar het vaderland terug, en op het einde der maand
kwamen Cadogan en Hompesch, welke laatste met Buys naar Enge
land was overgestoken, als voorlopers van de opperbevelhebber in
Holland aan.
De 25e April zet Marlborough de voet op Hollandse bodem.
Aanstonds vangen de besprekingen aan omtrent de aanstaande veld
tocht. Uit de aard der zaak zijn deze geheim; slechts uit Marlbo
rough's drukke correspondentie weten wij in grote trekken, wat
werd besproken en besloten.
Nadat de 7eMei de Engelse troepen hun garnizoenen verlieten om
zich naar het leger te begeven, dat tegen de 19e bij Bilsen zou wor
den geformeerd, vertrok de Britse kapitein-generaal de 9e van Den
Haag om over Gennep naar Maastricht te reizen. Van zijn ongemene
werkzaamheid krijgt men een indruk, uit de 'Letters and Despat
ches' van Murray, waar blijkt dat hij op de dag, waarop hij Den Elaag
verliet, nog i£ brieven schreef1).
Afzonderlijk dienen wij nog melding te maken van de voorberei
dingen tot de oorlog op het Iberisch Schiereiland. Vooral aan de
Nadere bijzonderheden over de voorbereidingen: Lamberty IV, £4-56; voorts de brieven van
Marlborough over het betrokken tijdvak bij Murray, Dl. II.
14