was, vastgebonden zouden worden, en daarentegen op hun erewoord beloofden, niet te ontvluchten, ook al werden zij door eigen troepen bevrijd. Aldus werden de volgende dag de eerste 3000 man met slechts 30 man bewaking verzonden. Het experiment slaagde naar wens. Hoewel zij onderweg een afdeling cavalerie onder Rosel ontmoetten, expres uit Gent gezonden tot hun bevrijding, ver volgden allen hun weg naar Brussel, 'excepté quelques misérables', zoals Goslinga zegt1). Intussen hadden de veldheren, blijkbaar buiten medeweten van Goslinga, besloten tot het forceren van de linies tussen Ieperen en Comines. De weg zou zodoende geopend worden naar de graanrijke vlakten van Picardië en Artois, en men hoopte dat dit voor de Franse koning aanleiding zou zijn, het veldleger naar de grens gewesten te doen terugkeren. Reeds in de nacht van 13 op 14 Juli werd dientengevolge een detachement van 30 bataljons en 40 eskadrons met enig geschut onder Lottum op mars gezonden. Het leger volgde bij het aanbreken van de dag, en legerde des avonds bij Helchin aan de Schelde. Goslinga, die in de mening verkeerde, dat de mars de i^e naar Rijssel zou worden voortgezet, was zeer verrast en teleurgesteld toen het leger des morgens afboog in de richting van Wervik (Warwyck). Achteraf zou de insluiting van Rijssel verreweg de voorkeur hebben verdiend. Invallen in Frankrijk kon men van daaruit evenzeer ver richten als na het forceren der onbezette linies, en ook oveiigens mocht men er de zelfde, zo niet grotere werking van verwachten. Blijkbaar echter durfden de veldheren op dit tijdstip nog niet tot een zo moeilijke onderneming als het beleg van Rijssel overgaan, en hoopte men nog steeds op het terugkeren van het Franse veld leger, en op een tweede veldslag. Onderweg naar Wervik kwam het bericht, dat Lottum des morgens om zeven uur de linies zonder noemenswaardige tegenstand had bezet. Slechts in een tweetal schansen bij Comines werd be zetting aangetroffen, welke, ten getale van resp. 3^0 en £0 man, krijgsgevangen werd gemaakt 2). Het leger betrok de i^e een kamp, met de rechtervleugel aan leunende aan Meenen, de linker bij Comines, het hoofdkwartier te Wervik. In de avond van dezelfde dag werd een conferentie ge houden over de nu verder te volgen gedragslijn. Het besluit viel thans ten gunste van Goslinga's oude plan'marcher droit a eux, Goslinga, Mém. 6jEur. Mere. 38. Ouwerkerk a.d. St.Gl. 16 Juli (St.Gl. sou). 2) Murray IV-109, 110 vlg. Tot het detachement behoorden ook Fagel, Athlone, Tettau en Argyll (Eur. Merc. 37). 320

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 352