1'autre ne seroit pas, selon mon petit sentiment, tout a fait chimé- rique, mais suspendons notre jugement; dans deux mois d'yci on y verra plus clair'. Hij vindt het plan dus op zich zelf niet kwaad, maar denkt er eender over als Eugenius van Savoye. Aan Heinsius schrijft Marlborough er dan ook de 23e over, in de volgende bewoordingen: 'I have write to England that thay should hasten the troupes on board and go over to the coast of France, and that I hoped by the midle of the next month to be able to judge of what post thay might sease in order to be usefull to this army; in the meantime thay might allarme the coast'. Het ontwerp heeft hier dus een eenvoudiger en meer practischer vorm aangenomen. Heinsius antwoordt er twee dagen later op 'Le but que V.A. se propose, de faire servir la flotte et troupes anglois a ses desseins par terre pouroit faire un grand coup avec l'aide de Dieu'. De tegenstand van de Hollanders valt dus nogal mee1). Er zat dus niet anders op dan door de zure appel heen te bijten en de artillerie over land aan te voeren, een onderneming, zoals bij mensenheugenis nog niet was voorgekomen. Het gold het transport van 60 zware stukken van Sas van Gent en 20 van Maastricht af komstig, elk door 20 paarden getrokken; voorts 20 zware mortieren elk met 16 paarden en ten slotte 3000 munitie- en voorraadwagens, elk met 3 of 4 paarden. In 't geheel waren 16 000 paarden nodig. Tot Brussel kon het vervoer te water geschiedenvandaar af bedroeg de afstand pl.m. 90 km. Viel er onderweg een enigszins sterke regen, dan bestond de kans, dat de gehele artillerie in de modder bleef steken. Overigens viel rekening te houden met de bedreiging vanuit Gent door Vendome en vanuit Bergen door Berwick, en met twee rivierovergangende Dender en de Schelde. Volgens het verbaal der gedeputeerden te velde, onder datum van 19 Juli, hadden de heren 'sig niet cunnen dispenseeren', 1000 paarden te ontbieden uit het Markiezaat van Bergen op Zoom, de Baronie van Breda, de Meierij van Den Bosch en het land van Kuik, terwijl zij verder wagens, karren en paarden opvorderden uit het land van Luik, het Overkwartier van Gelderland, het 'Rijk van Aken', Corneliemunster, Limburg, het land van Overmaze 'Spaense en Staets partage', de elf banken van St. Servaas, en de dorpen van Redemptie. Dat Brabant en Vlaanderen in deze opsomming ont- 326 x) Coxe II-491, 49j; Feldzüge X-371. V. 't Hoff nr. 648, 649. V. Noorden III-273 betwijfelt of het plan ernstig gemeend is. Taylor II-1 £9, 160. Goslinga aan Heinsius 23 en 26 Juli (H. A. 1284).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 358