van het regiment van Huffel, die des avonds nog aankwamen, zond
men deels in de linie van Biervliet, deels in IJzendijke. De linie van
de Passegeule was met de beschikbare troepen nauwelijks te ver
dedigen. Zij bestond uit een smalle strook geïnundeerde grond, aan
weerskanten door dijken begrensd; er stond echter slechts weinig
water, en, mede wegens de harde grond, was zij vrij gemakkelijk
doorwaadbaar. Om al deze redenen werd des avonds nog besloten,
de troepen terug te nemen en zich tot de verdediging van Sluis,
IJzendijke en het eiland van Biervliet te bepalen.
Het Franse detachement, waarvan sprake was, stond onder
d'Artaignan, en werd gevormd door twee brigades infanterie, een
brigade cavalerie, £00 ruiters van het Maison du Roy, 400 dragon
ders en een brigade artillerie. In de loop van de 29e kwamen nog
4 bataljons versterking.
Op Zondagmorgen de 29e verschenen de voorste troepen over
de rivier en vroegen aan de aanwezige inwoners of er ook iemand
was om over de contributie te accorderen. Ongelukkigerwijs was
geen dergelijk overheidspersoon aanwezig, en het gevolg was dat
aanstonds de rode haan kraaide op de omliggende boerderijen. Ge
lukkig bleef de ramp van beperkte omvang. De vijand deed geen
pogingen om naar Oostburg, het eiland van Breskens of dat van
Biervliet door te dringen, en trok dezelfde dag al terug naar Aarden
burg, de 30e naar Maldegem. Niettemin waren in de Oranje-, de
Maurits- en de Prins Willempolder 29 boerderijen een prooi der
vlammen geworden1).
Uit de aard der zaak deed het gebeurde in Zeeland een kleine
storm opsteken, zodat men zich genoodzaakt zag, 4 bataljons uit
bet leger naar Staats Vlaanderen te zenden; nog 3 andere werden
toegezegd 2).
Intussen werd hard gewerkt aan het grote convooi. Voor de
paarden moest het leger bijspringenelk eskadron moest vijf paarden
afstaan, de luit.-generaals moesten voor deze gelegenheid ieder zes
paarden en drie knechts missen; de lagere officieren naar verhou
ding, en ook de broodwagens werden aangesproken. Het vorderen
van paarden in de kasteleinijen van Rijssel, Ieperen en Doornik gaf
tot een protest van Berwick aanleiding, dat Marlborough van
de hand wees. Berwick gelastte van zijn kant, alle paarden en vee
naar zijn kamp bij Douai te brengen, zodat de landbewoners op
deze wijze tussen twee vuren geraakten. Te Ath werden 700 wagens,
329
x) Fagel aan de ged. te velde, Hulst 29, 30 Juli, 2 Augustus (St.Gl. 8224); idem Augustus (St.Gl.
302 ia). Le Lion te IJzendijke a.d. St.Gl. 30 Juli (St.Gl. jo2 ia); Eur. Merc. ij2 vlg.
2) Slothouwer, Tijdspiegel 1890, p. £9.