HET BELEG VAN RIJSSEL
In de tegenwoordige tijd zou het innemen van Rijssel als enige
vrucht van een overwinning als die van Oudenaarde, de strateeg
slechts matige voldoening schenken. In de achttiende eeuw echter
bezag men de kwestie met andere ogen. Als een van de voornaamste
handels- en industriesteden van Frankrijk met pl.m. 60 000 in
woners, te midden van een rijke en vruchtbare streek gelegen,
belangrijk wegenknooppunt, door de Deule in verbinding met
Schelde en Lys en daardoor zeer geschikt als magazijns- en stapel
plaats, mocht Rijssel zeer zeker als een operatieobject worden be
schouwd, waarvoor men niet licht een te hoge prijs kon betalen.
Behalve dat de inneming in de ogen van geheel Europa als een be
zegeling van het overwicht der Grote Alliantie zou worden gezien,
zou zij de geallieerden een belangrijk uitgangspunt voor verdere
operaties opleveren, en de strijd op Franse bodem overbrengen1).
Overeenkomstig het belang der stad, was haar sterkte. In 1667
in Franse handen overgegaan, was zij sedert het jaar daarop ver
sterkt volgens de plannen van Vauban, volgens diens z.g. eerste
systeem, dat wij ook reeds bij Meenen en Ath hebben ontmoet. Een
hoofdwal met 1 bastions, ravelijnen, en vier hoornwerken, alle
door natte grachten omringd en van hoge en zware bekledingsmuren
voorzien, waren de voornaamste verdedigingswerken. Daarenboven
bevond zich, waar de Deule de stad verlaat, een ravelijn met twee
voorliggende tenailles, welke werken voorbestemd waren, bij het
beleg een grote rol te spelen. Het geheel was als gewoonlijk om
ringd door een gepalissadeerde bedekte weg met glacis, met als
kleine forten ingerichte wapenplaatsen in de inspringende hoeken.
Na de eventuele inneming der stad wachtte nog die van de citadel,
een in alle vorm versterkte gebastionneerde vijfhoek, met dien ver
stande, dat zich buiten de bedekte weg een voorgracht bevond, en
daarvoor een complete tweede bedekte weg met glacis. Citadel en
stad waren door een brede esplanade van elkaar gescheiden. Door
opstuwing van de Deule kon een inundatie tot stand gebracht
worden, die ongeveer een derde van de stadsomwalling dekte.
Hierbinnen viel ook de gehele buitenomtrek der citadel, zodat er
niet aan viel te denken, deze aan de buitenzijde in te nemen, waar-
333
HOOFDSTUK VI
(Zie Schets nrs. 11 en 12)
x) Voor het beleg van Rijssel is onmisbaar het uitmuntende werk van de toenmalige luitenant
Maurice Sautai 'Le siège de la ville et de la citadelle de Li 11e', Rijssel 1899.