Surville en de ingenieur Lalande; de laatste was ontslagen als commandant van de citadel van Metz. Alle drie genoemde heren werden thans uit hun isolement ver lost, en hebben tijdens het beleg uitstekende diensten bewezen1). De zo belangrijke functie van chef-ingenieur was in handen van Du Puy Vauban, een neef van de grote vestingbouwer, die een door zijn oom vervaardigde memorie van verdediging als leidraad gebruikte. Plaatselijk commandant ten slotte was de luit.-generaal De Lee. Van mond- en krijgsbehoeften en alles wat voor een beleg van node is, was de stad in de afgelopen weken rijkelijk voorzien; zelfs aan geld was geen gebrek, doordat Boufflers, die zelf reeds i oo ooo daalders voorschoot, door vermogende ingezetenen werd bijge sprongen. Voor een goede registratie en beheer der aanwezige voorraden zorgde de gouverneur op uitnemende wijze. Veel steun ondervond hij van de burgerij, die sterk Fransgezind schijnt te zijn geweest. Wel werd van het vormen van gewapende korpsen afgezien, maar er werden toch enige vrijwillige bataljons opgericht, welke bij brandweer, gewondentransport en vooral bij pionierwerkzaamheden grote diensten bewezen. Overmatig sterk was de bezetting niet, wegens de geringe getalsterkte van vele ba taljons; zij kan op 9 a 10 000 man worden begroot. Ook het uiteen lopend gehalte was een nadeel. De beste bataljons waren de zes, die van het leger van Berwick afkomstig warensommige andere daar entegen hadden nog geen andere dan garnizoensdienst gedaan. De artilleriebewapening liet niet te wensen over; na de inneming der citadel althans vond men er 89 metalen kanonnen en 16 mortieren. Maar ook de belegeraars zouden, naar te verwachten was, van dit wapen niet onvoorzien zijn. Daarom vertrokken aanstonds bij de insluiting twee afgevaardigden van het stadsbestuur naar het ge allieerde hoofdkwartier om de stad voor een bombardement te behoeden. Het middel hiertoe was, gelijk twee jaar tevoren bij Meenenwas gebleken, het geven van rijke gratificaties aan de bevel hebbers, waaronder die van de artillerie niet te vergeten. Volgens hun instructies mochten de gedeputeerden voor dit menslievend doel tot ^0 000 ecu's of daalders besteden. De 2oe werden hun nog 8 manden, elk met flessen van de beste kwaliteit wijn toegezonden, waarna men mocht vertrouwen, dat de geallieer de generaals de noodzakelijkheid van een bombardement in voor de stad gunstige zin zouden beoordelen 2). 33 5 j Sautai 30, 31 2) id. 42-45, 380, '8i.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 367