nacht de boerderij La Vacquerie eindelijk op bevel van Boufflers werd verlaten, daar zij dreigde afgesneden te worden door de vijandelijke loopgraven. Nadat de geallieerden de 2^e Augustus waren voortgegaan met het werk aan de loopgraven en reeds begonnen met het planten van het geschut op de batterijen, had de 26e 's avonds de eerste krachtige uitval plaats onder Ravignan, met 220 grenadiers, evenzoveel fusiliers, 200 werklieden en i^o ruiters. Het doel was, de kapel te hernemen, welke bezet was door de luitenant Mohr met 100 man van de Hollandse garde. Hoewel deze zeer goed hun 'devoir' deden, moesten zij voor de overmacht wijken, nadat Mohr dodelijk ge wond en de helft van zijn manschappen gevallen waren. Een goede 1 20 m loopgraaf werden intussen geslechteerst nadat de Prins van Oranje en Spar twee bataljons lieten aanrukken, trokken de Fransen in goede orde in de stad terug, na niet meer dan een tiental manschappen te hebben verloren. Zij mochten de uitval dus met recht als een succes beschouwen. De verliezen der belegeraars zijn niet bekend; van Franse zijde worden zij als meer dan 100 man op gegeven, met nog een tiental gevangenen1). In de nacht van 26 op 27 Augustus kwam het gros der belegerings artillerie in gereedheid, met name de zware batterijen voor het bresschieten, welke bestonden uit een van 43, een van 12 en een van 11 stukken van 24 pond. Daarnaast voor het 'krombaanvuur' een batterij van 24 en een van 12 stukken, beide half uit mortieren, half uit houwitsers bestaande. De 27e 8 uur des morgens kwam de gehele massa in werking. Eugenius loste het eerste schot op de rechter-, Johan Willem Friso op de linkervleugel. Het vuur duurde tot de avond voort met ongekende hevigheid en was een grootse demonstratie van de kracht der Staatse artillerie. De kanonbatterijen richtten hun vuur nagenoeg uitsluitend tegen de linkerfacen van de beide bastions aan weerskanten van de Deule, op een afstand van 700 a 730 meter. Gelijk bij het bresschieten ge bruikelijk was, werd met salvo's gevuurd, somtijds van 20 schoten. Hierbij kwam weer het nadeel van Vauban's systeem aan het licht thans nog te meer door de hoge opstelling der batterijen dat de muren bijna geheel uit de verte zichtbaar waren. Reeds de eerste dag was dan ook het muurwerk grondig vernield; tegen de avond waren er bressen ontstaan van dertig meter breedte. Aan Franse zijde schatte men het aantal door de belegeraar op deze dag gedane schoten op 7000. Ged. te velde a.d. St.Gl. 27 Augustus (St.Gl. 502 ia); Sautai 85-87. 340

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 372