Niettemin wordt dit vroegtijdig bresschieten algemeen als een grote misslag beschouwd, die men, vooral toen in een latere periode een nijpend munitiegebrek optrad, met alle reden had te betreuren. Misschien heeft de commandant der artillerie, de kolonel Yssel, zich laten verleiden door het voorbeeld van Meenen, waar men de zelfde tactiek had gevolgd. Hier was echter na 14 dagen de overgave gevolgd, zodat het nadeel der handelwijze niet zozeer in het oog sprong. Voor Rijssel daarentegen had men, achteraf gezien, het bres- schieten beter kunnen uitstellen tot een kleine twee maanden later, toen men er opnieuw mee moest beginnen. Te weinig aandacht werd geschonken aan wat men noemde het 'benemen der defensiën', d.i. het demonteren der vijandelijke artillerie en verdere verdedi gingsorganen, waarmee men bij de strijd om de buitenwerken zou te doen krijgen. Met de gevolgde handelwijze trok men een wissel op de vroegtijdige val dier werken, een wissel die thans niet ge honoreerd zou worden x). Een fout, die eveneens aan de leiding der artillerie wordt geweten, en waarvan zij inderdaad niet vrij te pleiten schijnt te zijn, is dat bij dit beleg in 't geheel geen gebruik werd gemaakt van de Coehoornmortier, die bij andere gelegenheden zulke doorslaande successen had geboekt. Onder bescherming van het hevig artillerievuur werd de 27e en in de nacht daaraanvolgende de tweede parallel aangelegd, be nevens de zo noodzakelijke brug over de Deule. Aan de rechter attaque werd echter grote hinder ondervonden van het vuur uit de zich daar bevindende versterkte molen. Besloten werd daarom, hem stormenderhand te nemen, hetgeen de 29e om vier uur in de morgenstond geschiedde. Hij was door een kapitein en 40 grena diers bezet, waarvan 13 man, benevens een luitenant, de aanvallers in handen vielen. Doordat deze laatsten evenwel niet voldoende uit de parallel konden worden ondersteund, slaagde de vijand er in, de versterking door een tegenaanval van de Zwitsers van Villars en Pfiffer te hernemen. Hierbij leden de belegeraars nogal enige verliezen, volgens het bericht der gedeputeerden te velde 23 a 30 doden en gewondenvolgens Franse mededelingen zouden zij meer dan 100 man alleen aan doden hebben verloren; de Europische Mercurius spreekt slechts van 'met tamelijk verlies'. Nog dezelfde avond vielen 300 grenadiers de molen opnieuw aan, en thans werd hij bij hun nadering verlaten, na in brand gestoken te zijn 2). 1) Feldzüge X-401, cf. Quincy V-£2i; v. Seidel, 'Nachrichten über vaterlandische Festungen' II-130. 2) Sautai 89,90. Eur. Mere. 198; Quincy V-521; Ged. te velde a.d. St.Gl. 30 Augustus (St.Gl. 341

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 373