dan ook op 3 September aan de Staten-Generaal, dat weliswaar de bressen 'al heel ver geavanceert' zijn, doch dat de 'defences' van verscheidene werken nog niet voldoende zijn 'geruineert' om tot de storm op de contrescarp over te gaan. Drie dagen later echter bericht hij, dat alles gereed is om de volgende dag, dus de 7e, de aanval te doen geschieden. Het is echter duidelijk, dat in deze drie dagen de toestand niet in belangrijke mate kan zijn gewijzigd. In tegendeel berichten de gedeputeerden, eveneens de 6e, dat de belegering 'tsedert twee daegen eenigsints is geretardeert of immers met wat minder ijver voortgeset'. Ook het artillerievuur was na het begin der maand aanmerkelijk verminderd. De reden van een en ander was de nadering van een sterk Frans leger tot ontzet. Om de vijand van buiten het hoofd te bieden, moesten noodzakelijkerwijs troepen aan het insluitingsleger worden onttrokken, en zodoende waren in de avond van de 4e September 26 bataljons en 76 eskadrons uit het kamp vertrokken. Hoe het met de poging tot ontzet en de bestorming van de contrescarp verliep, willen wij in een volgend hoofdstuk verhalen. POGING TOT ONTZET EN BESTORMING VAN DE CONTRESCARP Over de noodzakelijkheid, Rijssel te ontzetten, bestond bij de Franse militaire leiders geen verschil van mening; wel aangaande de wijze, waarop zulks diende te geschieden. Reeds de i 2e Augustus beschouwde men aan Franse zijde het beleg van Rijssel als vaststaand, en op die dag diende Berwick vanuit zijn kamp te Chateau l'Abbaye bij Mortagne een plan in bij de hertog van Bourgondië, waarvan het opvolgen in de gegeven omstandigheden waarschijnlijk het ver standigst zou zijn geweest. Berwick berekende, dat de gezamenlijke, te velde bruikbare strijdkrachten aan weerskanten ongeveer gelijk warende Franse iets sterker aan ruiterijHij nu wilde met een deel van het leger en met behulp van geschut uit Namen Brussel innemen, en vervolgens ook Leuven, Mechelen en Lier. Bourgondië zou met de hoofdmacht tot dekking van deze operaties aan de Schelde post vatten. Zou Marlborough hem (gelijk inderdaad diens plan 343 HOOFDSTUK VII (Zie Schets nr. 13)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 375