kreeg Fagel opdracht met 10 bataljons uit Brussel (4 Hollandse,
3 Saksische en 3 Hessische) over Grammont en Oudenaarde naar
het leger te marcheren. Ook Chanclos werd met 10 eskadrons uit
Oudenaarde bij de hoofdmacht aangetrokken1).
Een geluk was het voor de belegeraars van Rijssel, dat de 30e nog
een convooi van 700 munitie- en voorraadwagens uit Ath het leger
bereikte, onder escorte van 2300 paarden onder Ross, die tevens
tot taak had, tegen Lessines te verkennen. Na aankomst van dit
convooi gaat Marlborough nog dezelfde dag over de Schelde
terug en betrekt hij wederom een kamp bij Helchin, in de ver
wachting, dat weldra een terugvallen op het insluitingsleger voor
Rijssel noodzakelijk zou zijn 2).
Opmerkelijk weinig deed de vijand tegen de convooien uit
Brussel, waar de 'munitionnairs' Van der Kaa en Heycop, op wie
de zorg voor de broodvoorziening rustte, hun hoofdzetel hadden.
Wel baarde het tekort aan wagens zorg. Het blijkt, dat de twee
geallieerde legers samen (op 25 Augustus) over 683 karren en 4^0
wagens beschikten, welke volgens contract ter beschikking van de
munitionnairs' moesten worden gesteld, doch waarmee men
nauwelijks uitkwam. Wij zien dan ook, dat Marlborough i Sep
tember nog 700 wagens elk met 3 paarden, en bovendien 600 trek
paarden voor het geschut bestelt, te leveren door de zorg van de
Raad van State te Brussel. Hoewel voorlopig de broodaanvoer uit
Brussel nog ongestoord bleef, blijkt het toch, dat Marlborough
reeds sedert de 30e met afsnijding ervan rekening hield. Het in dit
geval gunstiger gelegen Kortrijk werd voortaan om deze reden als
magazijnsplaats voor het leger aangewezen 3).
Intussen begint het verenigde Franse leger zijn opmars. De 31e
Augustus trekt Vendome van Lessines op Doornik, de aangewezen
plaats om over de Schelde te gaan; 1 September komt hij hier aan.
De toestand in het Franse hoofdkwartier bleef onverkwikkelijk.
Bourgondië kon evenmin als voorheen met Vendome overweg.
De cabale die bij St. Simon zulk een grote rol speelt, bleef hem
vijandig gezind. Men krijgt uit hetgeen de hem zeer genegen zijnde
St. Simon meedeelt de indruk, dat het leger op de hand van Ven
dome was, wat trouwens niet te verwonderen is. Tussen deze
laatste en Berwick kon men zich moeilijk een slechter verstand
houding denken. Deze, Maarschalk van Frankrijk evenals Vendome,
met het aureool van Almansa omstraald, zoon van Jacobus ii en dus
346
1) Murray IV-198, 199; Eur. Merc. 203.
2) Murray 196. Ouwerkerk a.d. St.Gl. 30 Augustus (St.GI. 3021").
3) Murray 188 vlg., 201, 202.