als bastaard hoger in rang dan Vendome, die 'slechts' een kleinzoon
van Hendrik iv was, was weliswaar door de koning uitdrukkelijk
onder diens bevelen geplaatst, maar wilde met zijn mededinger
niets te maken hebben, beschouwde zijn leger als ingelijfd bij dat
van Bourgondië, en zich zelf als diens persoonlijke raadgever.
Wederom was het leger dus ten prooi aan twist en tweedracht in
het hoofdkwartier. Het kon niet anders of de weerslag hiervan
moest zijn terug te vinden in de operaties1).
Marlborough zet de 31e zijn teruggaande beweging voort op
Templeuve; 1 September plaatst hij zich achter de Marcq omstreeks
Peronne, front makende naar Doornik, een positie waarin hij zowel
rekening hield met een aanval uit de richting van Doornik als met
eventuele omtrekking van de Marcq in Zuidelijke richting 2).
Vendome gaat de 2e over de Schelde en legert die dag tussen
Blandainen Willemeau, een uur ten W. van Doornik. Marlborough
besteedt de dag aan een algemene verkenning, vergezeld door
Eugenius van Savoye. De volgende dag marcheert Vendome in
Zuidwestelijke richting met de bedoeling, het riviertje bij Pont a
Marcq te passeren, dus met omtrekking, zo mogelijk, van Marl
borough's rechterflank. Pont a Marcq ligt aan de weg naar Douai,
vanwaar Vendome het zware geschut verwachtte, waarmee hij de
bestorming der geallieerde stellingen wilde voorbereiden. Het leger
sloeg daartoe de weg naar Cysoing in, maar al spoedig kreeg men
inlichtingen van bewoners van de streek, volgens welke de weg
over Cysoing geheel ongeschikt was voor een leger, wegens moeras
sen en bosjes. Dit bewoog Bourgondië tot het voorstel, naar links
af te buigen en de weg naar Orchies te nemen. Vendome, heet
hoofdig als steeds, meende hierin tegenwerking van de kant van
Berwick te herkennen, en bejegende deze met 'des expressions
tres vives', waar Berwick, uit deferentie voor des konings klein
zoon, het zwijgen toe deed. Vervolgens gaf Vendome, nadat hij zelf
met de landlieden had gesproken, toe en werd de weg naar Orchies
ingeslagen, waar men des avonds tot legering overging. De begane
misrekening veroorzaakte aldus een dag oponthoud, hoewel het zeer
de vraag is, of dit van invloed is geweest op de gang van zaken 3).
De 4e September zet Vendome de mars voort tot Mons-en-Pévèle
of Pevelenberg, de plaats waar Fransen en Vlamingen reeds in 1304
hun krachten maten. d'Artaignan ging met 7 brigades vooruit naar
347
Over de verstandhouding tussen Bourgondië, Vendome en Berwick: St. Simon T XII, chap. 208,
P- 4S-47 (uitg. 1840).
2) Murray IV-203, 204. Ouwerkerk a.d. St.Gl. 3 September (St.Gl. £o2ib).
3) Berwick, Mém. 11, 23-25-. Sautai 101, 102. St. Simon I.e. p. 47, gg.