spoedig verloop van het beleg had hiertoe aanleiding gegeven. Was de contrescarp eenmaal gevallen, dan scheen, wegens de grote bressen in de hoofdwal, de kans groot dat de vesting binnen enkele dagen zou capituleren. Marlborough schreef dan ook op 3 Sep tember: 'Nos ingénieurs nous font espérer d'avoir la ville en quatre ou cinq jours' x). Nadat de 'disposities' tot de storm reeds enige dagen gereed waren, maar de aankomst van het Franse leger en de noodzakelijke detachementen tot uitstel hadden genoopt, werd de avond van de 7e September als tijdstip van de aanval vastgesteld. Tevoren werd nog een detachement van 700 grenadiers, 700 fuseliers en 600 arbeiders uit het 'grote leger' naar het kamp gezonden om aan de storm deel te nemen. Volgens de dispositiën zou aan de rechter attaque worden aangevallen door 800 grenadiers in eerste lijn, 800 fuseliers ter ondersteuning, 30 timmerlieden en 2000 arbeiders; aan de linker door 1600 grenadiers, even zoveel fuseliers, en een zelfde aantal timmerlieden en arbeiders als bij de rechter attaque. De timmerlieden hadden tot taak, met bijlen de palissaden, waarvan een dubbele rij aanwezig was, om te kappen. De arbeiders moesten, onder bevel van de ingenieurs, de logementen inrichten en, indien de actie gunstig verliep, de gracht vullen. Hiertoe moesten gabions (bij de rechter attaque alleen reeds 4000), fascines, wolzakken, schoppen en houwelen in ruime hoeveelheid gereed liggen. Afdelingen cavalerie stonden op de vleugels tot het afslaan van eventuële uitvallen. De storm was volgens de bevelen op 4 uur vastgesteld; doordat de 'gecommandeerde manschap' niet tijdig ter plaatse was werd het tussen 7 en 8 uur, eer het signaal werd gegeven. Twee uur voor het vastgestelde uur had de artillerie opdracht, het vuur te openen; dit geschiedde dan ook volgens Franse berichten reeds om drie uur. De lange tijd, welke nog verstreek aleer de actie begon, kwam meer de Fransen dan de belegeraars ten goede. Boufflers had, op raad van FrezeliÈre, zowel de saillanten als de inspringende hoeken of wapenplaatsen van de bedekte weg sterk laten bezetten; de tussen- gelegen gedeelten schijnen onbezet gelaten te zijn, om het vuur uit de achtergelegen werken vrij spel te laten. Hiermee werd afgeweken van wat Vauban in zijn nagelaten memorie van verdediging had aangeraden, n.l. in de saillanten slechts een wacht achter te laten, en de verdediging in de van sterke retranchementen voorziene wapenplaatsen te concentreren. Zodoende waren thans 120 man in elke saillant en 1 in elke wapenplaats opgesteld 2). Het blijkt niet, 35° Murray IV-2 04. 2) Sautai 114, 115".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 382