dat de verdedigers door het langdurige voorbereidende vuur grote schade hebben geledenin allen gevalle waren de buitenwerken nog geenszins stormrijp en de bezetting volkomen voorbereid, toen tegen acht uur drie kanonschoten, gevolgd door een algemene los branding van het geschut, het sein tot de aanval gaven. De troepen gingen met hun gewone dapperheid en discipline voorwaarts, doch zelden had een storm met zoveel tegenspoed te kampen als deze. Op vele plaatsen moest een grote afstand ongedekt worden doorlopen, onder omvattend, moorddadig vuur van alle kanten. In een korte spanne tijds lagen gehele rijen ter aarde. Niet temin slaagden de bestormers er op verscheidene plaatsen in, in de bedekte weg door te dringen, doch hier begon de misère pas goed. Van het maken der logementen kwam niets terecht. Tal van inge nieurs het was deze categorie, die bij alle stormen de hoogste tol betaalde - waren gesneuveld of gewonder was dus geen orde onder de werklieden en geen leiding bij het werk. De duisternis ver grootte nog de verwarring. Veel arbeiders kregen de schrik te pakken en maakten zich uit de voeten of bleven achter. Bij dit alles wreekte het zich, dat de storm niet op de vastgestelde tijd, dus bij daglicht, had kunnen beginnen. Ook vinden wij vermeld, dat de schanskorven te groot en te zwaar waren om snel genoeg te kunnen worden meegedragen, zodat de dragers ze ten slotte in de steek lieten, en het terrein bezaaid was, behalve met doden en gewonden, met weggeworpen schanskorven en fascines. Voegt men bij dit alles het geconcentreerd vuur uit de omliggende werken van geschut, mortieren en musketten, en het springen, met grote uitwerking, van drie mijnen in de bedekte weg, dan zal het geen verwondering baren, dat deze bestorming een der noodlottigste werd in de gehele oorlog x). Het eind was, dat de aanvallers zich konden vastzetten aan de drie uitspringende hoeken, welke het dichtst bij de uitgangsloopgraaf lagen, n.l. die van het linker- en het rechter hoornwerk en die voor de linker tenaille. Een resultaat, zeker niet in evenredigheid tot de geleden verliezen, en dat men waarschijnlijk binnen weinige dagen en met geringe offers door sapperen had kunnen bereiken. De verlieslijst der geallieerden (zie Bijlage 40) geeft een totaal Joh. Willem Friso a.d. St.Gl. 8 September (St.Gl. £o2ib); Geldermalsen a.d. R.v.St. 8 Sep tember (R.v.St. 677); V. Collen aan Heinsius 8 September (Heins. arch. 1273). Goslinga aan Heinsius z.d. (H.A. 1284). Sautai Chap. IX; Murray IV-217; Quincy V-^33 vlg.Eur. Mere. 202; Goslinga, Mém. 81. Landsberg nam als ingenieur aan de storm deel, en denkt er later steeds met afschuw aan terug: 'Cette terrible expedition de l'aile gauche'Het gelukte Landsberg ten slotte, met enige bijeengeraapte manschappen zich vast te zetten in twee mijntrechters in de saillant van de bedekte weg der linker tenaille ('Nouv. mane' p. 36, 73). 3 Si

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 383