bij de eerste werden de uitvallers niet dan na een 'harde scher mutseling' naar binnen gedreven; bij de tweede verloren de be legeraars een 40 doden en gewonden, onder de laatsten de sergeant majoor generaal Van Volkershoven x). Niettemin konden zij in de nacht van 14 op 1 5- September een aanvang maken met het vullen der grachten voor de tenailles. Ook dit ging met krachtige tegenactie gepaard, vooral omdat het flank- geschut nog niet tot zwijgen was gebracht. Ook maakten de be legerden hierbij gebruik van schootvrije roeivaartuigen, bemand met 4 roeiers en 12 man en met licht geschut bewapend tot het vernielen van de galerijen of dammen, waarmee de aanvallers de gracht zouden moeten oversteken. Als een bewijs, dat de belege raars hun troepen zagen slinken, mag gelden, dat de 14e een nieuwe 'dispositie' voor het aflossen werd vastgesteld, welke bepaalde dat voortaan 12 bataljons - nadat het aantal reeds van 10 tot 11 was uitgebreid - op wacht zouden komen, n.l. 7 bij de linker, 5 bij de rechter attaque. Boufflers stond er wat dit aangaat beter voor; wij lezen althans dat hij de 17e een monstering hield, waarbij nog 12 000 manschappen werden geteld, behalve de officieren 2). Nadat de geallieerden de 16e en de 17e onder niet geringe ver liezen waren voortgegaan met het vullen der grachten van de tenailles, meenden zij in de avond van laatstgenoemde dag de aanval op de tenailles en op het rechter hoornwerk te kunnen doen; de Fransen slaagden er in de nacht tevoren echter in, een van de uit fascines bestaande dammen door het werpen van pekkransen te ver branden, zodat de bestorming moest worden uitgesteld. Vervolgens hoopte men in de avond van de 20e te kunnen stor men, doch even voor de aanval gelukte het de belegerden wederom, door 'het gestadig werpen van combustibele materien en konst- vuiren', de linker galerij in brand te steken. De aanval moest der halve opnieuw worden opgeschort. Intussen hadden reeds enkele kleinere aanvallen plaats gehad, doch met twijfelachtig succes. Zo had in de nacht van 17 op 18 September de dappere Du Mee een deel van de bedekte weg aan de linker attaque bestormd en ingenomen, doch wegens het hevig vuur van de hoofdwal moeten terugtrekken, bij welke actie hij aan het hoofd werd gewond. De volgende nacht werden wederom twee werkjes in de bedekte weg aan de zelfde attaque veroverd, waarvan er een om de zelfde reden 357 1) Vlg. Sautai-127 geschiedde de uitval van de 9e met 50 grenadiers, $o fuseliers en 40 werkers; vlg. Eur. Mere. 208 met 1200 man, wat in dit stadium niet waarschijnlijk is. Voorde uitval van de 12e, Sautai 128; Eur. Mere. 209; vgl. Quincy V-54.1 en Feldzüge X-422. 2) Sautai 130, 131Quincy V-54.2 Eur. Mere. 209, 210. Een levendige beschrijving van de bij de grachtovergang ondervonden moeilijkheden geeft Landsberg 'Nouvelle Manière' p. 61/62.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 389