Thourout 2o bataljons en 12 eskadrons stonden. Blijkbaar meende hij, op een macht, even sterk, zo niet sterker dan de zijne te zullen stuiten, en hoopte hij, tijdens het langdurig kanonneren, nog onder weg zijnde versterkingen, met name de 19 eskadrons van Coigny, te kunnen aantrekken. Eerst toen het naar de avond begon te lopen, en wetende, dat het convooi achter de vijand langs defileerde, be sloot hij, de slagorde aan te nemen en tot de aanval over te gaan. Hij had toen volgens zijn eigen verslag 18 bataljons, w.v. 8 Spaanse, en 27 eskadrons cavalerie en dragonders. Eerst des avonds ('a la nuit') zou hij 16 bataljons en 36 eskadrons versterking hebben ont vangen. De Staatse bronnen spreken echter alle van tussen de 30 en 40 bataljons (Ouwerkerk van 3^ bataljons, ongeveer 30 eskadrons en 9 kanonnen). Ook volgens Berwick waren de geallieerden 'in férieur de plus de moitié'. Intussen namen de geallieerde troepen hun posities in. Het gros der infanterie kwam in stelling op twee linies, zich uitstrekkende van het bos van Wijnendaal tot een eindweegs achter het kreupelbos ter linkerzijde, dat blijkbaar niet ondoordringbaar werd geacht. In het bos van Wijnendaal werd het bataljon van Heukelom, gecom mandeerd door de kolonel Benthem, geposteerd; in het kreupelbos het Nederlandse regiment Erfprins van Pruisen, beide met op dracht, zich gedekt te houden, totdat zij de vijand met flankvuur konden overvallen. Iets meer naar 's vijands zijde stonden enige pelotons grenadiers met dezelfde taak. In het bos van Wijnendaal waren verder nog enige gedetacheerde pelotons Hannoveranen op gesteld; aan een weg die door het kreupelbos voerde het detache ment der kwartiermeesters en, toen een vijandelijke brigade hier trachtte door te dringen, het Pruisische regiment van Grumbkow, gecommandeerd door de kolonel Beschefer. De brigadier Eltz, intussen aangekomen met de 'achterhoede' de sterkte ervan wordt niet vermeld - posteerde zich in het bos van Wijnendaal. Een kwartier vóór de troepen handgemeen raakten daagde nog het detachement van Landsberg op, dat, zoals men weet, het convooi tot Koekelare had geëscorteerd. De twee bataljons en 600 grenadiers waren een welkome versterking, die als reserve in derde linie werd geplaatst. La Mothe zijnerzijds formeerde zijn infanterie als een machtige stormcolonne op vier linies tegenover het défilé, met uitzondering van één brigade (Royal la Marine), die rechts door het struikgewas zou doordringen, en drie compagnieën grenadiers welke het bos van Wijnendaal zouden doorzoeken; deze laatste opdracht bleef echter buiten weten van La Mothe onuitgevoerd. Van zijn bereden 368

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 400