troepen wist de Franse generaal geen beter gebruik te maken dan tot rechtstreekse ondersteuning van de infanterie, waartoe zij, insgelijks op vier linies, achter deze werden opgesteld. Tegen deze massa hadden de drie compagnieën van Lottum niet veel in te brengen; Webb plaatste ze daarom, nadat zij zo lang mogelijk voor het front hadden stand gehouden, in reserve achter de linkervleugel. Omstreeks vijf uur zet La Mothe's stootmassa zich in beweging tegen het défilé, dat men terecht een wespennest mag noemen. De Franse linkervleugel, dicht langs de bosrand marcherende, kreeg op i£ pas afstand een salvo van het bataljon van Heukelom en de in hinderlaag liggende grenadiers van Fagel. In grote verwarring vielen de linker bataljons terug op de rechtervleugel. Deze ontving op het zelfde ogenblik, en insgelijks op zeer korte afstand een moorddadig salvo uit de tegenovergestelde bosrand. Het gevolg was, dat de aanval stokte, de tweede en volgende linies zich met de voorgaande vermengden en de gehele Franse infanterie in verwarring geraakte. Zoals La Mothe zegt: 'toutes les lignes furent confondues, sans qu'il fut possible de les rallier pendant toute Faction'. Desondanks hervatten de Fransen de aanval met de bajonet. Twee geallieerde bataljons worden door de overmacht tot wijken gebracht. De Franse dragonders trachten door te dringen en tot een flankaanval te komen, doch het Zwitserse regiment van Albemarle, onder aanvoering van Hirzel, brengt de vijandelijke cavalerie tot staan, de bataljons van de tweede linie van Bernstorff, Linde boom en Gouvain kunnen de toestand herstellen, en nemen de plaats in der teruggeworpen regimenten. Verdere onsamenhangende pogingen der Fransen lijden schip breuk tegen de onwrikbaar stand houdende geallieerde bataljons en het aanhoudend vuur op de beide flanken. Dit laatste brengt teweeg, dat alles zich ten slotte samenbalt in het centrum. Met geen moge lijkheid kunnen de officieren de troep meer tot een aanval bewegen. De strijd gaat over in een vuurgevecht op eerbiedige afstand, waarbij de geallieerde bataljons pelotonsvuur geven met een regelmaat als op het exercitieveld. Tot de tegenaanval gingen zij niet over om het voordeel der flanken niet te verliezen, en ook zou zulks met het oog op de sterke ongeschokte Franse cavalerie een te groot waag stuk zijn geweest. Cadogan, die tijdens de actie op het slagveld was aangekomen, doch zonder cavalerie, bood aan, met de ruiterij van Lottum op 's vijands infanterie te chargeren, in afwachting van vier eskadrons welke onderweg waren, en eerst tegen zeven uur konden aankomen, doch ook dit achtte Webb te riskant tegenover de ver overmachtige vijandelijke ruiterij. 369

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 401