blijven, indien men althans de verbinding met Leffinge in stand wilde houden, werd het regiment van Caris er aangetrokken en in Oostende door een Engels vervangen. Vegelin van Claerbergen, toentertijd gouverneur van Oost ende, liet Leffinge voor een week van de voornaamste benodigd heden voorzien, n.l. ammunitie, brood, bier, brandewijn, tabak en kaas. Slechts te water kon dit geschieden door middel van bootjes, die hij over de Steendijk had laten brengen, om reden dat de vijand aan de duinkant reeds tot Walravesyde was doorgedrongen. Bij dit alles was het een geluk, dat de munitietransporten althans nog tot de 17e hadden kunnen doorkomen. Na het grote convooi waarom bij Wijnendaal was gevochten waren nog 16-1700 vaten buskruit voor Rijssel aangekomen, zodat hieraan ten minste geen gebrek was. Na de 1 je waren nog 1000 kogels van 24 pond en 170 000 pond kruit verzonden van deze laatsten waren echter 20 000 pond achtergebleven op de overlaadplaats bij St. Jacob-Stoute, en daar denkelijk verloren gegaan i). Intussen toonde het krachtig artillerievuur, dat de Fransen op Leffinge onderhielden, en het naderen met behulp van gabions over de dijken, dat het de vijand ernst was met het beleg. Op voorstel van Caris besloot Erle daarom tot een aanval in de rug van 's vijands naderingswerken, in de nacht van 20 op 21 October. Deelnemers waren grenadiers van Caris en £0 van van der Beek als eerste, 100 Engelse fuseliers als tweede, en 100 zowel Engelse als Hollandse fuseliers als derde echelon. De aanval, die vermoedelijk langs de kanaaldijk aan de zijde van Plassendael zal hebben plaats gehad, werd naar verhouding tot de kleine troepen macht een groot succes. De vijand werd een eindweegs terugge dreven, de gabions 'en andere instrumenten' vernield, de maréchal de camp De Croissy, een kapitein en 40 a 40 man gevangen ge nomen. De Hollandse grenadiers, die voornamelijk in actie geweest waren, verloren hierbij zes gesneuvelden en negen gewonden. Daarenboven hadden zij het verlies van twee uitstekende officieren te betreuren, n.l. de kapitein Clairet, die de grenadiers van Caris aanvoerde, en aan het hoofd van zijn troep sneuvelde, en de kapitein luitenant de Moor, die dodelijk werd gewond, toen hij de grena diers van van der Beek ten aanval leidde. De krijgsgevangenen kwamen te Oostende ter beschikking van Vegelin, als zijnde door de Hollandse grenadiers gevangen gemaakt. 381 Vegelin v. Claerbergen a. d. R.v.St., Oostende, 20 October (R.v.St. 677). Carisa. d. St.Gl., id. 20 October (St.Gl. 502ic). Murray 272.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 413