De 4e October werd besteed aan het verbeteren van de loge menten op het ravelijn en van de toegang, die met schanskorven aan weerszijden tegen vuur werd gedekt. Een aanval, in de avond van de fe op een deel der contrescarp der linker attaque mislukte. Van twee mijnen, welke de aanvallers als inleiding van de storm lieten springen, bleken n.l. de gangen te kort, zodat de trechters, waarin de logementen gemaakt moesten worden, te ver van de palissaden bleven. Van de 200 aanvallers waren 60 gedood of gewond1). Over en weer ging het graven en laten springen van eigen- of wel het ontdekken en onbruikbaar maken van vijandelijke mijnen voort; nu eens de ene, dan de andere partij was hierbij in het voordeel. Bij de rechter attaque was men de 7e reeds gelogeerd in een deel van de bedekte weg. Bij de linker trachtten de geallieerden de 8e 's avonds door een aanval het zelfde te bereiken, maar tot tweemaal toe werden zij, na in het werk te zijn doorgedrongen, er door tegen aanvallen weer uit verdrevenniettemin konden zij zich de volgende dag op een uitspringende hoek voor de bres logeren 2). De eerstvolgende dagen geven het gewone beeld te zien van de strijd in en om de bedekte weg. Tal van kleine aanvallen en tegen aanvallen, met de traversen en wapenplaatsen als inzet. De be legeraars gaan voort met het opwerpen van batterijen op de ver overde delen van de bedekte weg, zetten reeds mineurs aan het werk om de beer, die het water in de hoofdgracht houdt, te doen springen, en voeren reeds fascines aan voor de grachtovergang 3). De 16e begon men het water uit de stadsgracht te laten aflopen, wat vrij voorspoedig ging; de 17e was het reeds aanmerkelijk gezakt. Te midden van al deze bedrijvigheid overleed de 18e October in het leger te Rousselaere de grijze Ouwerkerk, na slechts vier dagen het bed te hebben gehouden. De laatste order, welke hij ondertekende, zo lezen wij, was die waarbij de pieken voor de gehele infanterie van de Staat werden afgeschaft; in het gevecht te Wijnendaal waren zij wederom van geen nut geweest, en dit schijnt de doorslag te hebben gegeven. Het heengaan van de zeven-en- zestigjarige krijgsman werd algemeen betreurd, wegens de eerbied, welke een veeljarige eervolle loopbaan, onovertroffen dapperheid, 1) Joh. W. Frisoa. d. St.Gl. 8 October I.e.Verbaal ged. te velde 6 October (St.Gl. 8224). Sautai 209-212; Eur. Mer. 253. 2) Sautai 213-217; Eur. Mere. 25-3Feldzüge X-4£o; Campagne de Lille 62. 3) Over de hardnekkige strijd om de bedekte weg van 12 tot 15 October zie men Sautai 219-222. Ged. te velde a. d. St.Gl. ig October (St.Gl. 8224); Feldzüge X-45^2, '53 Campagne de Lille66-69. In de avond van de 1 ge was de gehele bedekte weg in het bezit der belegeraars, met uitzondering van de beide wapenplaatsen in de inspringende hoeken. 387

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1959 | | pagina 419